Renault heeft de Scénic dit jaar een facelift gegeven, naast twee nieuwe motoren werd het voorkomen van het model opgefrist.
Met de facelift wou Renault de Scénic vooral een stuk assertiever laten ogen, en daarin lijkt het merk bij een eerste aanblik wel geslaagd te zijn. De hertekende voorpartij oogt namelijk een stuk sportiever dankzij het gebruik van chroom, een vleugje pianolak en LED-dagrijlichten. Daarnaast werden de grote koplampen van de vorige generatie op pensioen gestuurd ten voordele van scherper uitgesneden exemplaren, een prima keuze. Maar ondanks de facelift blijft de Scénic anno 2012 nog steeds herkenbaar een Scénic, zowel flank als achterpartij wijzigden namelijk amper en ook qua afmetingen merken we geen verschillen op. Daarmee maakt het merk duidelijk dat de Scénic zijn gekende waarden nog steeds hoog in het vaandel draagt. Het model is er voor gezinnen en lijkt met de facelift ook de sportievere huisvaders te willen aanspreken. Naar onze mening in ieder geval een geslaagde zet.
Het interieur kreeg in vergelijking met het exterieur een veel kleinere update, voortaan zijn er twee nieuwe afwerkingen beschikbaar en is er keuze voor nieuwe materialen waaronder een nieuwe ledersoort. Verder blijft het geheel bij het oude, maar dat hoeft niet meteen een straf te zijn. De Scénic kan namelijk pronken met een uniek interieur, waarin het dankzij prima materialen en innovatieve oplossingen erg aangenaam vertoeven is. Centraal vinden we namelijk een display waarin digitaal ondermeer toerental en snelheid kunnen worden weergegeven. Daarnaast kan ook een TomTom Carminat systeem worden ingebouwd, dat systeem geeft erg duidelijke instructies maar laat zich nogal moeilijk bedienen via een draaiknop en allerlei toetsen in de middentunnel. Praktisch is de Scénic verder wel, zo is er meer dan genoeg ruimte voor de bestuurder en zijn passagiers, terwijl de achterste passagiers dankzij klaptafeltjes onderweg zelfs kunnen kleuren of lezen. Ook de kofferruimte is riant, met standaard 437 liter en maximaal 1.837 liter. Die kofferruimte zou ondermeer gebruikt kunnen worden om muziekinstrumenten te vervoeren, want dankzij de door ons geteste Bose Edition heeft Renault ook voor muziekliefhebbers alles in huis. De Bose Edition laat zich kenmerken door een specifiek zwarte afwerking met witte accenten voor het interieur en 17″ lichtmetalen velgen en ‘Bose’-badges voor het exterieur, daarnaast werd het audiosysteem logischerwijs onder handen genomen voor een unieke geluidservaring. In totaal maken 8 speakers en 1 woofer de audiobeleving voor alle passagiers compleet.
Met de facelift brengt Renault twee nieuwe motoren in stelling, die telkens zuinigheid hoog in het vaandel dragen. Naast een TCe benzine met 115 pk gaat het om een 1.5 dCi met 110 pk die wij testreden. Dat nieuwe dCi 110 motorblok, kan met zijn CO2-uitstoot van 105 gram per kilometer en een bijhorend verbruik van 4,1 liter/100 km erg zuinige cijfers voorleggen. De nieuwe motor is daarmee zelfs 16 procent zuiniger dan zijn voorganger, terwijl tegelijk het koppel met 20 Nm toenam tot 260 Nm, beschikbaar vanaf 1.750 toeren per minuut. De sterke milieuvriendelijke prestaties werden bereikt dankzij allerlei aanpassingen die eerder ook al bij de 1.6 dCi 130 werden toegepast. Zo is er ondermeer plaats voor een Start/Stop-systeem, een nieuwe turbo met variabele geometrie en werd de interne frictie gevoelig verminderd. In realiteit biedt de motor voldoende vermogen voor wie graag gezapig rijdt, maar mist hij wel wat kracht wanneer het echt snel moet gaan. Op koppel rijden kan gelukkig wel, dankzij een koppelkromme dat tussen 1.750 en 2.500 toeren per minuut piekt. Wie vooral pk’s zoekt moet de zesbak richting 4.000 toeren drijven, om daar te concluderen dat het blok forceren weinig soelaas biedt. Tijdens onze testperiode reden we gemiddeld 6,1 liter/100 km bij elkaar, toch flink 2 liter meer dan opgegeven. Een zeer rustige rijstijl kan helpen om dichter bij het streefverbruik te komen, maar wie vlotter wil raden we de 1.6 dCi 130 aan. Die beschikt niet alleen over iets meer slagruimte, ook het koppel van 320 Nm ligt gevoelig hoger, waardoor je volgens ons dichter bij het opgegeven verbruik van 4,4 liter/100 km zal uitkomen.
Welke motor je ook kiest, de Renault Scénic laat zich steeds gezapig rijden. Het onderstel is duidelijk afgesteld op een comfortabele rit, waarbij putten en oneffenheden goed weggefilterd worden zonder daarvoor aan baanvastheid te moeten inboeten. Ondanks zijn relatief forse afmetingen heeft de Scénic amper last van windgeluiden en helt de wagen amper over in bochten. Sportieve rijprestaties is natuurlijk niet iets wat je van de Scénic moet verwachten, maar daar zullen kopers ondanks zijn assertiever uiterlijk ongetwijfeld niet over vallen. De sturing is mooi afgestemd op de afstelling van het onderstel, licht maar responsief genoeg om correct de bocht om te kunnen. En daarmee is ook alles gezegd, de Scénic doet perfect wat we er van hadden verwacht, en dat is niet steeds vanzelfsprekend in de autowereld.
Wie de nieuwe Scénic voor de deur wil parkeren is minstens 20.950 euro kwijt, daarvoor krijg je een 1.6 benzine met 110 pk mee in de basis Authentique uitvoering. In stijgende volgorde vinden we verder de Expression, Dynamique, Bose en Privilege uitvoeringen, die telkens met hun meerprijs ook een bredere uitrusting garanderen. Het door ons onder de loep genomen model kost 23.600 euro in de Authentique uitvoering en moet 26.900 euro opbrengen in de geteste Bose versie. De meerprijs van 3.300 euro valt goed mee gezien het Bose audiosysteem, de 17″ velgen, de parkeersensoren achteraan en het unieke interieur met zwarte stoelbekleding in een combinatie van leder en stof. Op de optielijsten vinden we verder nog Xenon koplampen (750 euro), een panoramische zonnedak (1.000 euro) en het Visio-systeem (400 euro) dat rijbaan assistentie en automatische koplampen combineert. Een goed uitgerust model zal dus steeds onder de 30.000 euro worden verkocht, gezien zijn troeven zeker geen onaardige prijszetting.
Conclusie
Renault heeft met de facelift van de Scénic meer gedaan dan het in principe moest doen. Naast de aangepaste voorpartij en het daarbij horend assertievere voorkomen zijn er meer mogelijkheden voor het interieur en doen twee nieuwe motoren hun intrede. Daarvan konden wij de dCi 110 rijden, die dankzij allerlei kleine aanpassingen 16% zuiniger is dan zijn voorganger en tegelijk toch 20 Nm extra koppel voortbrengt. Het 1.5-liter grote turbodieselblok belooft met een verbruik van 4,1 liter/100 km en een bijhorende CO2-uitstoot van 105 gram/km erg zuinig en efficiënt te zijn, maar is in realiteit minder zuinig dan verwacht. Wie dicht bij het streefverbruik wil uitkomen moet zeer rustig en op koppel rijden. Maar dat neemt verder niet weg dat de Scénic zich zeer comfortabel laat rijden, met een daarop aangepaste ophanging en sturing. De prijszetting is in onze ogen verder correct, met een vanafprijs die bij 20.950 euro start en een uitgebreide Bose versie die al vanaf 25.250 euro (TCe 130) de dealer mag verlaten. Ondermeer daardoor lijkt de Scénic opnieuw voor enkele jaren sterk in zijn schoenen te staan.
Overzicht
+ Geslaagde visuele facelift
+ Comfortabel rijgedrag
+ Ruimte aan boord
– dCi 110 kan zuinige beloftes moeilijk waarmaken
Tekst: Pieter-Jan Scheir
Foto’s: Pieter-Jan Scheir & Jeroen Maes
Ook met slechts 286 pk voldoet de knappe BMW i4 eDrive35 ruimschoots aan de verwachtingen … maar hoe zit het met het rijbereik en laadprestaties?
Met een deugddoende facelift profiteert de populaire Renault Captur crossover van een meer karaktervolle vormgeving, moderner interieur en nieuwe technologie.
We mogen de funky Renault Captur gerust als trendsetter zien van het populaire crossover segment. Sinds zijn lancering in 2013 werden er 2+ miljoen exemplaren verkocht. Om dat succesverhaal aan te houden trakteert Renault de 
Ruim, comfortabel en vooral voorzien van een indrukwekkend rijbereik, de nieuwe Fisker Ocean SUV komt met een aantrekkelijk geheel. En de hippe California Mode natuurlijk!
