De nieuwe MINI Countryman werd niet alleen volwassener, maar ook gespierder en praktischer.

Sinds de reboot van MINI door de Duitsers werden geen experimenten geschuwd. Het merk moest diverser worden, een ruimer publiek aanspreken. En tegelijk het speelse MINI-imago bewaren. Sommige experimenten als de MINI Paceman en MINI Roadster kwamen al snel zonder brandstof te zitten, andere probeersels zoals de MINI Countryman bleken een regelrecht schot in de roos. Dat er wel degelijk een vraag bestond naar een maxi MINI met vijf deuren, een ruime koffer en een hogere zitpositie, bewijzen de meer dan een half miljoen exemplaren die van de band mochten rollen. Om nog niet te spreken van de crossover/SUV-hype die vermoedelijk nooit meer zal stoppen. Een volledig nieuwe MINI Countryman was dan ook volstrekt logisch. Hij werd nog groter, maar werd ook helemaal van nul heropgebouwd om zijn kwaliteiten van functionaliteit, ruimte en sportieve karakter kracht bij te zetten. Ondertussen loert er immers premium concurrentie om de hoek…



Dat hij grondig vernieuwd is, zie je ook buitenaf. De vorige Countryman durfde al eens lomp overkomen, de nieuwkomer daarentegen werd helemaal strak getrokken. De trapeziumvormige grille kreeg een nieuwe interpretatie en de kanjers van koplampen werden wat horizontaler uitgesmeerd. Wie de LED-exemplaren aanvinkt, krijgt ook een LED-ring volledig rondom rond als dagrijverlichting. Langszij merk je snel op dat de Countryman maar liefst 20 centimeter langer werd en dat ook de wielen iets verder uit elkaar staan. De lengte eerder dan de hoogte worden geaccentueerd en achteraan lijkt de koffer niet langer op een opgepompte ballon. Het karakteristieke ‘helmdak’ bleef, de omlijsting van de knipperlichten opzij wijst voortaan als een pijl vooruit. Kijken naar de MINI Countryman doet niet langer pijn aan de ogen, integendeel!

Binnenin zette MINI ook grote stappen vooruit. Het eerste wat opvalt is de extra ruimte die de toegenomen exterieurafmetingen brengen. De achterbank is niet langer een strafbank en kan tot 13 centimeter in de lengte worden verschoven, al is de extra 7,5 cm wielbasis sowieso al merkbaar. Ook het bagagevolume nam serieus toe en is met 450 liter ondertussen heel respectabel. Indien nodig kan deze nog neergelegd worden in 40:20:40-verhouding om de cargoruimte uit te breiden tot 1.309 liter. Volstrekt nutteloos lijkt ons dan weer de Picnic Bench, een uitklappend vlak om met zen tweetjes romantisch te doen. Of zoiets.

Interessanter voor ons was de toegenomen kwaliteit van de interieurafwerking. Naast de vernieuwde displays die we kennen uit de reguliere MINI voelt alles gewoonweg iets meer premium aan. Het centrale scherm mag je nu zelfs ook voelen, want dat is op de duurste versie voor het eerst met aanraking te bedienen. Verder geeft de sfeerverlichting in de strook onder het dashboard een leuke toets en zorgen de stofpatronen in de deurflanken voor een extraatje. Al moet je voor de meeste extraatjes natuurlijk bijbetalen: adaptieve cruise control, automatisch parkeren, een head-up display, en andere technologieën zijn dan wel allemaal beschikbaar, ze kosten flink wat geld.

De nieuwe MINI Countryman werd gelanceerd met vier motoren waaronder twee diesels, al gaan we binnenkort ook voor het eerst op weg met de allereerste MINI plug-in hybride. Onze testrit nu werd leven ingeblazen door de welbekende viercilinder diesel uit de BMW-familie: 2.0-liter longinhoud, 150 pk en 330 Nm koppel. De SD heeft nog iets meer animo, de One D-versie dient ondertussen als instapper. Al waren wij meteen verkocht bij de Cooper D. Voldoende vermogen, een overschot aan trekkracht en een zuinig verbruik. Zeker in combinatie met de optionele achttraps automaat is deze Countryman Cooper D een vlotte crossover die na een weekje testrijden afklokte op amper 5,1 l/100 km. De tankinhoud van 51 liter zorgt dus ook voor een ruime autonomie. De MINI Driving Modes (GREEN – MID – SPORT) zijn ook hier aanwezig, maar op de zeilmodus na leek de Green maar weinig van de Mid af te liggen. Prestatiegewijs dan weer wordt de sprint in Sport van 0-100 km/u al afgewerkt na 8,8 seconden en de topsnelheid bedraagt 208 km/u.

Al put je meer voldoening uit het rijgedrag van deze MINI Countryman. Ondanks zijn hogere zitpositie schuilt er heel wat MINI-fun achter het stuurwiel. De bekrachtiging is heel direct en je merkt meteen dat er onderhuids serieus werd gesleuteld. Het chassis gedraagt zich atletisch, niet langer loom. Ook het comfort op de snelweg werd verbeterd. Vanzelfsprekend ligt het zwaartepunt nog steeds iets hoger, de toegenomen spoorbreedte en langere wielbasis lijken een zekere stabiliteit te brengen en overhellen gebeurt opmerkelijk minder. We zijn graag kritisch, maar nu waren we gewoonweg heel tevreden. Wie tot slot toch het terrein wil opzoeken in zijn Countryman beschikt voortaan over de Country Timer, een gimmick die bijhoudt hoe lang je de geasfalteerde wegen hebt durven verlaten.

Goedkoop is de MINI Countryman dan weer niet. Zeven jaren inflatie brengen de vanafprijs 3.550 prijseenheden hoger tot 24.150 euro. Daarvoor krijg je dan de One met benzinemotor, onze Cooper D testwagen kost minstens 27.700 euro. Voeg enig comfort toe, wat personalisatie en een snuifje technologie en de prijs bedraagt al snel ruim 40.000 euro. Pittig, al graait Audi met de Q2 nog dieper in je zakken.

Conclusie
De nieuwe MINI Countryman wordt beslist een succes. De markt is er, het product nu ook. Zijn voorganger kon ons nooit helemaal bekoren, maar na deze kennismaking zijn we verkocht. MINI lijkt alle punten van kritiek en tekortkoming een voor een te hebben weggewerkt. Het design mag er zijn, het interieur is echt ruim en praktisch, de afwerking werd opgewaardeerd en de technologie is up-to-date. Er is ook een ruime keuze aan performante en efficiënte motoren. Alleen de prijs is aan de pittige kant en de optiepolitiek kennen we al langer. Gelukkig is het aanwezige rijplezier volledig gratis.

Overzicht:
+ Volledig strak getrokken design
+ Verbeterde afwerking
+ Verbeterde wegligging met heel wat rijplezier tot gevolg

– Prijs & optiepolitiek

Tekst & Foto’s: Tim De Baets