De Toyota Avensis is mogelijk een van de meest rationele auto’s op de markt. Je koopt ‘em niet voor zijn zijn imago of rijplezier, maar wél vanwege zijn legendarische betrouwbaarheid en lage ge-/verbruikskosten.
Hoewel ze bij Toyota graag spreken over een gloednieuwe Avensis moeten we toch twee keer kijken om de nieuweling er in het perspark uit te halen. Een druk op de afstandsbediening later ontwaakt onze Avensis Touring Sports ‘Business Edition Plus’ van dienst, en nemen we plaats in het interieur dat, in tegenstelling tot het exterieur, een meer opvallende metamorphose kreeg. Daar waar het koetswerk op de neuspartij na opvallend gelijk bleef aan zijn voorganger, is het interieur ditmaal minder anoniem met zelfs wat sprankel dankzij koperkleurige alcantara-accenten dankzij het optionele Look-pack (900 euro). Vreemde vaststelling is wel dat leder niet eens als optie verkrijgbaar is. Verder zien we ook Toyota’s infotainmentsysteem met touchscreen, nieuwe klokken en dito interieurmaterialen die terug in lijn lopen met de rest van het hedendaagse gamma. Echte bakens worden er hier echter niet verzet. Maar dat had de gemiddelde Avensiskoper vermoedelijk ook niet gewild.
Voorin de forse neuspartij vinden we een ‘nieuwe’ dieselmotorisatie terug die vast voor het gros van de verkopen zal zorgen. De 1.6 D-4D diesel is een oude bekende uit de rekken van BMW/Mini en is met zijn 112 pk (270 Nm) en uitstoot vanaf 108 gr CO2 per kilometer vooral een keuze van het verstand. Maar vergis je niet. Het motortje is wel degelijk een generatie oud en laat niet meteen een gedegen indruk na. Enerzijds door zijn weinig lineaire krachtontplooiing met duidelijk turbogat, anderzijds omdat ook de verzetten een mismatch lijken te zijn waardoor je flink aan de slag moet met de nogal vage manuele zesbak om er de vaart in te houden of om zelfs nog maar in de krachtzone van de motor te blijven. Zo piekt het koppelcijfer van 270 Nm enkel tussen 1.750 en 2.250 tpm. Een wel erg kleine marge. En dat is er ook aan te merken. Niet dat de motor in sé slecht presteert, ook al is het verbruik in de praktijk zelfs niet echt voorbeeldig. Maar intussen zijn we beter gewoon en liggen de verwachtingen dus ook hoger.
Dat er achter het stuur nog steeds weinig of niets te beleven valt mag niet verbazen. Het onderstel en chassis bleven zo goed als ongewijzigd, en ondanks enkele aanpassingen aan veringen en dempers, ligt de klemtoon nog steeds op comfort. Niet dat deze Avensis daarin écht uitblinkt. Eerder een voldoende. Al was het maar omdat veel controle-elementen zoals het ontkoppelingspedaal, de handbak of zelfs de stuurservo meer moeite vragen dan dat je van dit soort auto verwachten zou. Het is allemaal net iets zwaarder en lastiger dan nodig waardoor Avensisriqjden meer moeite kost dan nodig zou moeten zijn. ‘Touring Sports’ mag dan wel hipper staan dan ‘wagon’, ‘break’ of ‘estate’, deze Avensis TS scoort op geen beide criteria echt goed of exceptioneel. Gelukkig is er nog die zee aan (koffer)ruimte met onder andere een modulair indeelbare kofferruimte die minstens 543 en maximaal 1.609 liter groot is, en daarmee ongewijzigd bleef. Punten ook voor de uitgebreide lijst standaard veiligheidssystemen met onder andere rijbaan-assistent, verkeersbordherkenning en radardetectie voor het waarschuwen bij mogelijke kop-staart aanrijdingen onder de noemer Toyota Safety Sense.
Ondanks de beperkte maar gerichte wijzigingen tegenover zijn voorganger heeft de Avensis het nog steeds lastig om zich in een bepaald veld van de concurrentie te onderscheiden. Je koop hem immers niet voor zijn looks, imago, prestaties, rijgedrag, exceptioneel comfort of lage (vanaf)prijs. Mogelijk wel vanwege de lage ge- of verbruikskosten. Al viel dat laatste in praktijk nogal tegen met een gemiddeld testverbruik van om en bij de 6,5 liter per 100 km. Gelukkig moet de motor pas om de 20.000 km op onderhoud. Dat valt dan weer best mee. Maar de concurrentie zit ook niet stil en scoort met scherpere designs (Mazda 6?), betere motoren (Hyundai i40?), spannender rijgedrag (Mazda 6?) of scherpere prijzen (Kia Optima Sportswagon?). En dan hebben we het enkel nog maar over rechtstreekse concurrenten uit hetzelfde werelddeel. Kortom, eerlijk gezegd kunnen we weinig redenen geven om deze Avensis Touring Sports 1.6 D-4D boven een van zijn sparring partners te verkiezen. Een nogal teleurstellende conclusie want ondanks zijn gekende, erg brave reputatie hadden we stiekem toch beter verwacht.
Conclusie
Toch een Avensis (Touring Sports) kopen? Dan ben je minstens 25.570 euro kwijt voor de berline en 26.740 euro voor deze Touring Sports. Qua motorisaties heb je de keuze uit twee benzines en twee dieselmotoren, waaronder een 1.6 benzine (132 pk, manuele zesbak), een 1.8 benzine (147 pk, manuele zesbak of zestraps CVT-automaat), deze 1.6 D-4D met 112 pk of een 2.0 D-4D met 143 pk. Beide diesels krijgen standaard een manuele zesbak en kennen geen optie tot automaat. Met uitzondering van zijn bouwkwaliteit en reputatie van erg betrouwbaar te zijn kent ook deze Avensis geen echte USPs en is het vooral een middenklasser om snel terug te vergeten. Volgende keer beter?
Overzicht:
+ Ruimte
+ Reputatie in zake betrouwbaarheid
+ Infotainmentsysteem (gebruiksgemak, functies, snelheid, …)
+ Verbeterde veiligheidsfeatures (Toyota Safe Sense)
+ Hybride uitvoering beschikbaar
– Beperkte visuele verschillen met voorganger
– Motorisatie + versnellingsbak
– Bedieningselementen
– Weinig passie te bespeuren, zowel in het rijden als binnenin
Tekst: Pieter Ameye
Ook met slechts 286 pk voldoet de knappe BMW i4 eDrive35 ruimschoots aan de verwachtingen … maar hoe zit het met het rijbereik en laadprestaties?
Ruim, comfortabel en vooral voorzien van een indrukwekkend rijbereik, de nieuwe Fisker Ocean SUV komt met een aantrekkelijk geheel. En de hippe California Mode natuurlijk!
Met de Fiat 600 keert Torinese merk terug naar het belangrijke B-segment, initieel met de zuiver elektrische 600e crossover.
