Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-SportTo be or not to be? Herhaalt de geschiedenis van de X-Type zich of heeft Jaguar met de XE nu toch een waardige concurrent voor het Duitse triumviraat?

David versus Goliath. Een dappere Brit tegen drie Duitse reuzen. Na een minder succesvolle beurt met de X-Type enkele jaren terug staat Jaguar zelfzekerder dan ooit met de langverwachte XE klaar voor een gevecht met de BMW 3-Reeks, de Mercedes C-Klasse en de Audi A4. Het zal niet gemakkelijk worden, maar sinds Tata de plak zwaait, brult de zwarte panter als nooit tevoren. De nieuwe XE is ditmaal ook allesbehalve een veredelde Ford Mondeo, maar volledig het werk van de Britten. Een design naar de hand van Ian Callum, veel aluminium + gadgets en moderne, strijdvaardige motorisaties op vlak van zowel sportiviteit als fiscaliteit. Samen met de nieuwe F-Pace SUV rekent Jaguar op de XE om een stevig volume te draaien in de komende jaren, nieuwe varianten staan daarvoor al in de steigers.

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-SportRijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Callum gaf de Jaguar XE alvast onderscheide looks. In tegenstelling tot de drie Duitsers die zo nu en dan op papier een facelift meekrijgen doch er voor 99% van het publiek keer op keer er nog steeds exact hetzelfde uitzien, heeft de XE als new kid on the block natuurlijk het voordeel om met iets volledig nieuws te kunnen komen. Nieuw binnen het segment, maar binnen de familie herkennen we natuurlijk wel enkele trekjes van de grotere XF. Al ziet de XE er toch een stukje jeugdiger uit, slanker en nog strakker. Opmerkelijk sportief dankzij een scherpe neus, platte koplampen en een agressieve grille vooraan, terwijl achteraan voornamelijk de lichtblokken zijn eigen identiteit vormen. In naakte leaselivrei oogt het beslist allemaal iets soberder, maar met het R-Sport pakketje én de Italian Racing Red koetswerkkleur van onze testwagen is de afgetrainde atleet werkelijk een plezier voor het oog.

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-SportRijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Binnenin oogt alles heel herkenbaar en is het ook aangenaam vertoeven. Sit back & relax is exact wat het interieur van de Jaguar XE lijkt uit te stralen. Voor een nieuwkomer bij het huis oogt het instrumentarium en vooral de overvloed aan knoppen mogelijks wat ingewikkeld, maar je krijgt het allemaal vrij snel onder de knie. De knoppen zelf rond het 8-inch aanraakscherm ogen zelfs wat lomp, maar het InControl infotainment systeem zelf is (eindelijk!) volledig vernieuwd en laat zich haarfijn bedienen. De interface is logischer opgebouwd en de navigatie komt esthetischer veel sterker voor de dag. Nu alleen nog de boordcomputer tussen de twee wijzerplaten eenzelfde make-over geven en de puntjes staan op de i. Verder worden dashboard en zetels afgewerkt met materialen die in basistrim de Duitse vergelijking maar net weten te doorstaan, maar in iets duurdere uitvoeringen een overvloed aan luxe en elegantie etaleren. Achteraan is het weliswaar iets minder genieten van alle pracht en praal, want de aflopende daklijn en de laid back positie van het voorste zitmeubilair gaan ten koste van de been- en hoofdruimte op de achterbank. Ook de koffer is de kleinste in het segment, maar met 455 liter kan je gelukkig toch nog een hoop meezeulen. De afwerking van het kofferdeksel stelt wel ietwat teleur, al gaan we er vanuit dat zoiets bij de volgende facelift rechtgezet zal worden. Ook nog een eervolle vermelden voor het Meridian Sound System dat een premium geluidservaring weet te brengen!

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-SportRijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Qua rijgedrag neigt de Jaguar XE in onze ogen het meest naar de BMW 3-Reeks. Het nieuwe chassis bestaat voor 70% uit aluminium en vooraan vinden we zelfs de double wishbone ophanging terug uit de F-Type. Al die stijfheid zorgt voor een heel communicatieve voortrein, dynamisch is het kernwoord. De aandrijving gebeurt daarenboven net als in München en Stuttgart op de achterwielen (of vier wielen). Veel rijplezier dus, maar zonder in te boeten op comfort, want écht hard lijkt de ophanging nu ook niet te zijn. Voelt gewoon aan als een echte Jaguar: een goede stevige demping, zonder extreem stijve veerpoten. Tot slot houdt hij ook mooi koers, wat kilometers malen op de snelweg des te heerlijker maakt. Met een brandstoftank van slechts 47 liter sta je dan weer wel frequent aan de pomp.

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Om op de Belgische leasemarkt enig gewicht te brengen is er vanzelfsprekend (voorlopig toch nog) nood aan een zuinige en fiscaal interessante dieselmotor. Jaguar heeft dat maar al te goed begrepen en voorziet de XE van een gloednieuwe 2.0-liter E-Performance diesel met een opgegeven verbruik van gemiddeld slechts 3,8 liter per 100 kilometer. De CO2-uitstoot blijft bij de manuele transmissie beperkt tot een extreem lage 99 g/km! Tegelijk krijg je de souplesse van een 2.0-liter met een vermogen van 163 pk en een koppel van maar liefst 380 Nm, een waar genot. Nog meer genieten is het in combinatie met de achttraps automaat van ZF, de referentie in het segment. Motor en transmissie spelen perfect op elkaar in en laten geen enkel moment een steek vallen. De acceleraties zijn sportief en bij het vloeren van het gaspedaal passeer je na 8,2 seconden het eerste honderdtal. De topsnelheid van deze ‘instapper’ bedraagt 227 km/u, meer dan Autobahn-waardig. Als we slechts één puntje van kritiek mogen brengen, dan is het dat de motor zich zo nu en dan iets te opvallend laat horen. Onder acceleratie dan wel, want eens op koerssnelheid is de Jaguar fluisterstil…

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-SportRijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

De Jaguar XE is niet de goedkoopste op de markt, maar zeker ook niet de duurste. Een BMW 316d Berline heb je zo al vanaf 30.600 euro, althans met een schamele 116 pk. De Jaguar XE gaat pas vanaf 34.990 euro de deur uit, minstens met 163 pk. Met automaat kost het geheel een extra 2.500 euro, benzine rijden gaat vanaf 35.250 euro met de 200 pk sterke Ingenium 2.0-liter benzinemotor. Vind je stoffen zetels echter niet kunnen in een Jaguar, dan is de XE Pure niet voldoende en moet je over naar de XE Prestige (€39.790), onze XE R-Sport is er met automaat vanaf €40.740 euro. Een sportophanging, lederen zetels, zijschorten, bumpers en wat extra aluminium binnenin zetten dan de toon.

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Conclusie

Jaguar heeft met de nieuwe XE hét wapen klaar om de Duitsers succesvol aan te vallen. Het is een knappe verschijning, hij heeft zuinige en tegelijk performante motoren aan boord en het rijgedrag is op dynamisch vlak een bedreiging voor de 3-Reeks. Op de achterbank is iets minder ruimte, maar de traditionele leaserijder vindt carpoolen nu eenmaal toch overbodig en gaat liever alleen in de file staan. Hij is ook niet de goedkoopste, want de concurrentie biedt minder performante instappers aan. Vergelijken we echter appels met appels, dan komt hij best competitief uit de bus. Alleen moet hij niet enkel ons, maar ook de leasemarkt zelf overtuigen. Wie zou je zelf kiezen? De aantrekkelijke vreemdeling of een der voorspelbare Duitse concurrenten?

Overzicht

+ Aantrekkelijk design
+ IJzersterk merkimago
+ Zuinig (zowel qua verbruik als CO2)
+ Dynamisch rijgedrag
+ Comfortabel

+/- Nieuwe infotainmentsysteem werkt (eindelijk) zoals het hoort, boordcomputer is nog de oude..

– Ruimte achterin
– Prijs/optiebeleid
– Kleine brandstoftank/rijbereik (+- 600 km)

Rijtest: Jaguar XE 2.0d R-Sport

Tekst: Tim De Baets
Foto’s: Sam & Ruben Janssens