Rijtest: BMW 4-Reeks Coupe

Ondanks zijn nieuwe naam krijg je bij de 4-Reeks Coupé nog steeds dezelfde sportieve elegantie.

Met de nieuwe BMW 4-Reeks Coupé stelt BMW de vierde generatie voor van haar sportieve middenklasser. Natuurlijk is hij gebaseerd op de 3-Reeks (F30), maar de 4 in de benaming moet zijn unieke karakter extra kracht bijzetten. De 4-Reeks onderscheidt zich niet alleen designmatig van de 3-Reeks Berline en Touring, ook onderhuids zijn er een aantal technische verschilpunten te vinden. De BMW 4-Reeks Coupé mikt op sportiviteit en doet dat met een flinke dosis elegantie. De coupé-lijn uit München met de traditionele Hofmeister kink spreekt immers sinds jaar en dag tot de verbeelding. Mooi om naar te kijken is hij dus zeker, maar lost hij ook zijn sportieve beloftes in? Wij gingen op stap met de braafste, maar tegelijk ook meest verkoopzekere versie uit het gamma: de BMW 420d Sport Line.

Hij mag dan nog twee deuren minder hebben dan de dreier, de BMW 4-Reeks Coupé is geen kleine wagen. Met een totale voertuiglengte van 4.638 mm overklast hij de Berline met 14 mm en zijn populaire voorganger zelfs met 26 mm. Een groter verschil met de 3-Reeks Coupé (E92) zit hem echter in de wielbasis, die met maar liefst 50 mm toenam tot 2.810 mm. Toch bewaart de 4-Reeks de typische korte overhangen, de (zeer) lange motorkap en het passagierscompartiment dat ver naar de achterzijde van de wagen gepositioneerd werd. En het is net die kont waar wij nog wat moeten aan wennen, hoewel bijna uitsluitend de L-vormige achterlichten gespiegeld werden ten opzichte van de E92. Het Melbourne Rot is ons ook iets te schreeuwerig, maar de catalogus brengt voldoende alternatieven. De voorzijde daarentegen is gewoonweg prachtig, uitdagender en overtuigender dan ooit en zowel Xenons als LED-ringen behoren op de 4-Reeks tot de standaarduitrusting. Verder zien we langszij voor het eerst de Air Breathers, maar moeten we vooral toegeven dat het winterschoeisel het design geen enkele eer aandoet. We zullen hem in de zomer nog eens moeten vragen, want de 19-inchers in de optielijst lijken ons een veel betere match.

Toch zeker als je gaat voor de Sport Line of zelfs een M Sportpakket, maar een brave Modern Line of zakelijke Luxury Line zijn eveneens mogelijk op de nieuwe 4-Reeks. De uitvoering heeft telkens ook invloed op de afwerking van het interieur. De naar de bestuurder gerichte middenconsole, het driespaaks stuur en het echte cockpitgevoel zijn standaard, maar de accenten verschillen. De Sport Line waarmee wij op stap gingen krijgt hoogglanzend zwarte of contrasterende rode lijsten mee, terwijl de rode contrastnaad eveneens terugkeert in het sportstuur en de lederen zetels.  Andere highlights zijn de snelheidsmeter en de toerenteller met rode wijzerplaten en rode contrastring, alsook de chroomafwerking aan automatische airco en bediening voor de radio. De Sport+-modus van de Driving Experience Control is een leuk extraatje, terwijl elke 4-Reeks de nieuwe iDrive-controller met schrijffunctie meekrijgt. De sportzetels zitten verder zeer lekker en handig zijn de elektronische gordelaangevers. De instap naar achteren is dan weer iets minder praktisch, maar dat is net als de grotere portieren die de uitstap in smalle parkeerplaatsen bemoeilijken een van de gekende offers die je moet brengen voor een knappe coupé. Eens je achterin plaatsneemt is er nochtans meer dan voldoende beenruimte voor de twee achterste passagiers en met een bagagevolume van 445 liter moet een duodate richting het zonrijke Sud de France perfect mogelijk zijn.

Al is de meest begeerde plaats zoals altijd –tenzij misschien in een dikke Rolls- die achter het stuur. En als je weet dat de spoorbreedte van de BMW 4-Reeks Coupé 45 mm breder werd vooraan en zelfs 80 mm achteraan, naast ook het feit dat de daklijn een dikke 67 mm lager ligt dan die van de 3-Reeks Berline, dan verwacht je een en al sportiviteit nog voor je het stuurwiel de eerste keer omdraait. En toch gaat het in realiteit niet linea recta die kant op. De nieuwe 4-Reeks is verrassend comfortabel en in de bochten treedt net iets meer koetswerkrol op dan bij zijn voorganger. De logge winterbanden zullen zeker een deel van de verklaring bieden, maar echt hard wordt het zelfs met de M adaptieve sportophanging in Sport-stand niet. We zouden graag het verschil weten met de vaste M sportophanging of de standaard ophanging, maar kunnen daar momenteel helaas (nog) niets over zeggen. Anderzijds is hard natuurlijk geen vereiste of synoniem voor rijplezier, want deze 4-Reeks voelt dankzij opnieuw een perfecte 50:50 gewichtsverdeling enorm gebalanceerd aan. Je voelt hem duidelijk ook een stuk directer insturen dan de 3-Reeks, wat dankzij de Variable Sport Steering nog extra in de verf gezet wordt. Bij snelle links-rechts-wissels voelt deze bekrachtiging uitstekend aan, maar bij een lange doordraaier is het soms moeilijk een zeker lijn te houden en is de sturing net iets te digitaal. Samenvattend: ja, de BMW 4-Reeks is een stuk responsiever dan de reeds sportief sturende 3-Reeks, maar de hardcore fans zullen toch bij de M Performance afdeling moeten passeren of gewoon wachten op de BMW M4 Coupé. Er is dus voor ieder wat wils.

En dat geldt ook onder de motorkap, want er is zowel een 420i, 428i en 435i. De eerste twee hebben een viercilinder turbo, de laatste heeft een geblazen zes-in-lijn. Het vermogen gaat van 184 pk tot 306 pk en de twee topmotorisaties kunnen eveneens met xDrive besteld worden. Maar wij gingen zoals eerder vermeld op stap met de gekende 2.0-liter diesel met 184 pk en 380 Nm koppel. Het is de motor die- naast de 430d Coupé- in België vermoedelijk het meest over de toonbank zal gaan en anderzijds net voldoende biedt voor een comfortabele rijervaring met vlotte hernemingen. Het is ook de motor die je het liefst met automaat rijdt en daarmee sprint de 420d van 0-100 km/u in 7,3 seconden. De topsnelheid bedraagt 240 km/u en het gemiddelde verbruik bedraagt op papier 4,7 liter. Doe je veel autostrade dan zal je werkelijk verbruik nog geen halve liter hoger liggen, wat we een dikke prestatie mogen noemen. Rijd je ook heel wat rond de kerktoren, dan is een cijfer van 6,5 l realistischer. Opvallend is ook de stabiliteit en rust die je op de snelweg voelt en het gemak waarmee je aan elke snelheid een versnelling inzet. De enige (kleine) bemerkingen die we kunnen maken zijn dat de motor bij koudstart nogal luidruchtig is en dat de gewone Steptronic-automaat met deze motor liever rustig dan sportief gereden wordt. Maar er is ook een sportautomaat, en er is ook een zes-in-lijn. En er is de M4.

Voor die laatste wordt het dan wel nog even doorsparen, de BMW 420d is er daarentegen al vanaf 39.150 euro. Nuja, ook dat blijft een aardige som geld. De goedkoopste 4-Reeks Coupé is de 420i en die gaat vanaf 35.800 euro de deur uit. Kijken we naar de concurrenten dan zien we dat de Audi A5 Coupé 2.0 TDI met 177 net iets goedkoper is, maar 37.330 euro voor een wagen die eigenlijk al sinds 2007 op de baan is lijkt ons ondanks zijn eveneens knappe lijn geen goede koop.  Bij Mercedes kost de iets minder krachtige C220 CDI Coupé 38.478 euro en de iets krachtigere C250 CDI Coupé 43.076 euro, dus qua basisprijs zijn allen vrij vergelijkbaar. Ook qua opties weet elke Duitsers in het rijtje wel van wanten: onze 420d had een finale prijs van maar liefst 62.095 euro. Het is echter, mits wat zelfbeheersing, mogelijk onder de 50k te blijven. Wij zouden vooral investeren in een knappe set velgen, een metaalkleur (€855) een M Sportophanging (€400), een Head-Up Display (€1.000), Park Distance Control gezien zijn afmetingen (€805) en een automatische airco (€665). Een M sportstuur (€205), lederen (€1.850) sportzetels, een navigatie, … de 50k-grens is toch verdomd snel in zicht.

Conclusie

De BMW 4-Reeks Coupé is net als zijn voorganger een atletische, doch elegante verschijning. Hij is net dat tikkeltje sportiever afgesteld dan de 3-Reeks Berline, terwijl die al de scherpst sturende referentie is in zijn klasse. Toch is de 4-Reeks comfortabeler dan je zou verwachten en is er nog heel wat ruimte om alles wat harder, directer en extremer af te stellen. We wachten dus vol ongeduld op de M4 Coupé, die deze verlangens ongetwijfeld zal invullen. Met 2.0-liter diesel en automaat gaat alles een hoop rustiger en moet je nauwelijks langs de pomp passeren, terwijl een bochtenserie dankzij de perfecte gewichtsverdeling een waar plezier blijft.

Overzicht

+ Atletisch én elegant design
+ Perfect compromis tussen comfort en rijplezier
+ Vlot én zuinig

– Luidruchtig bij koudstart
– Prijzen

Tekst & Foto’s: Tim De Baets