Suzuki brengt met de nieuwe Splash een kwalitatieve wagen die een knap design weet te combineren met heel wat ruimte.
Vroeger, toen een jong gezin een auto kocht met een bepaald budget in het achterhoofd werden er geen vragen gesteld over het uiterlijk. Het praktische nut had prioriteit, over die blitse wagens kon er genoeg gedroomd worden.. Voor zo’n gezin was een Suzuki Wagon R een perfecte keuze, al was dat misschien wel minder positief voor de samenleving. Op z’n zachtst gezegd was die vrij onaantrekkelijk en basic, maar al doende leert men. Opel zag graten in een samenwerking met de Japanners omdat die een heleboel ervaring hebben in het bouwen van compactere wagens, in 2007 kreeg de wereld de eerste generatie Suzuki Splash en identieke Opel Agila te zien. Vijf jaar later was het nog eens hoogdringend tijd voor een grondige facelift, voornamelijk werden de noden van de veeleisende concurrent ingewilligd.
Voornamelijk het designteam stond voor een bijzonder grote uitdaging, een tiental Japanners werd naar Duitsland gevlogen om hier in Europa de designtrends op te nemen en te vertalen in de nieuwe Splash. De 1,6 meter koetswerkhoogte was waarschijnlijk de grootste struikelpaal, maar dankzij wat scherpe hoeken en een lichte karakterlijn mogen we best tevreden zijn met het resultaat. Al zouden we zelf niet voor de Superior White wit tint gaan als koetswerkkleur, gelukkig zijn er nog 7 andere meer levendige kleuren!
Dankzij de bodemvrijheid van 145 mm is de instap vrij gemakkelijk, de grote deuren dragen daar ook tot toe. Desondanks de compacte afmetingen heerst er in de Suzuki Splash een ruimtegevoel, de 5 inzittenden mogen zeker niet klagen. Hier en daar vinden we kleinere opbergruimtes terug, in de centrale kist vooraan in het dashboard krijg je al het overige zonder problemen mooi opgeborgen. Het veelvoudig gebruik van de plastics valt direct op, maar je kan ook geen onmogelijke eisen stellen in dit segment. De bijzonder grote wijzerplaat vinden we centraal terug en is zeer goed afleesbaar, de kleine toerenteller werd rechtsboven geplaatst en voelt toch wat fragiel aan. De middenconsole is naar goede gewoontes bij Suzuki wat sober aangekleed, toch vinden we alles mooi terug wat we verwachten. De versnellingspook staat iets hoger dan we normaal verwachten, dit volgens de Suzuki ingenieurs om een ergonomische positie van het hand te voorzien. Met deze kleine details is het duidelijk dat de Japanners niet over 1 nacht ijs zijn gegaan om deze ideale stadswagen in Europa te ontwikkelen.
De zetels zitten vrij goed en de achterbank biedt voldoende plaats voor 3 kinderen, evenveel volwassenen gaan toch wat moeite hebben tijdens langere ritten. Standaard krijg je trouwens 202 liter bagage in de koffer, opbergvakken vergemakkelijken een praktische indeling. Met de achterbank bijna perfect horizontaal plaat vergroot het laadvolume van de Splash tot 573 liter, wat een puike prestatie is voor een stadsmus als deze! Het optionele navigatie- en multimediasysteem van Pioneer moet je dan weer zeker niet aanvinken op je bestelbon, beter zoek je zelf een extern systeem dat wél weet te werken/overtuigen.
Motorisch koos de Belgische importeur voor 2 kleine benzinemotoren, gezien het stedelijk karakter van de Suzuki Splash. De instapper is een 1,0-liter driecilinder met 69 pk en 90 Nm koppel, goed voor topsnelheid van 160 km/u en 14,7 seconden naar 100 km/u vanuit stilstand. Niemand zal een Splash kopen voor het winnen van stoplichtsprintjes, het beperkte verbruik van slechts 4,7 liter benzine zal overtuigender klinken. De door ons geteste Splash had een 1,2-liter viercilinder met 94 pk en 118 Nm koppel, hiermee heb je slechts 12 tellen nodig tot 100 km/u en ligt de topsnelheid op 175 km/u. Het verbruik ligt hier op 5,1 liter, wat nog steeds aanvaardbaar blijkt te zijn. Deze laatste kan je ook krijgen met een automatische versnellingsbak, al moet je dan rekening houden met een hoger verbruikscijfer.
Met een benzinetank van 45 liter en het beperkte verbruik zou je theoretisch gezien tot 900 kilometer ver kunnen gaan, toch schommelde ons testverbruik rond de 6,5 liter, al kan de eco-ridder het opgegeven verbruik waarschijnlijk beter benaderen. Op de autosnelweg kon onze viercilinder vrij vlot mee in het dagdagelijkse verkeer, al mag je niet te overmoedig worden met een Splash. Die vertoeft het liefst in de stad en met een draaicirkel van slechts 9,4 m ben je nog eens bijzonder wendbaar. Dankzij een grote voorruit krijg je ook een goed overzicht, onderhuids zitten er overigens een hele resem veiligheidssystemen zoals frontale-, laterale- en gordijnairbags, kreukelzones voor- en achteraan, ABS en EBD. Het stuurwiel – met bediening voor de audio – communiceert vrij duidelijk met de voortrein, het positief rijgevoel komt toch vooral van de soepele krachtbron en de versnellingsbak met 5 verzetten.
Qua uitrustingsbeleid maakt Suzuki je het ook niet bijzonder moeilijk, zo kan je naast het Grand Advantage basisniveau enkel opteren voor de Grand Luxe Security. In het basispakket zit onder meer getinte ruiten, stuurbekrachtiging, 2 ISO-Fix hechtingspunten achteraan, achterruitverwarming, … Voor een beperkte meerprijs van €2.000 krijg je een sleutel met afstandsbediening, snelheidsonafhankelijke geluidsregeling, een radio/cd/MP3 speler met bediening op het stuur, 15″ velgen, elektrische ruiten ruiten (vooraan) en buitenspiegels, zijdelingse airbags, een toerenteller, een boordcomputer, … Daarbovenop kan je nog opteren voor het Elegance Pack wat je wagen nog wat personaliseert.
Daarmee krijg je een vrij correcte basisprijs van 9.999 euro voor een Splash met de 1.0-liter benzinekrachtbron. Voor diezelfde instapper met het Grand Luxe Security betaal je €2.000 meer waardoor je afklopt op net geen €12.000. De Splash 1.2-liter GLS kost je €12.899, al kan je nog €2.000 extra betalen voor het Elegance pack, wil je liever een automaat betaal je meerprijs van 2.000 euro.
Het zal je niet verwonderen dat de bijna-identieke Opel Agila dezelfde prijssetting aanneemt, al zit je daar natuurlijk met een Europese badge voorop die wat extra kost. De productie vind overigens op aparte locaties plaatst, maar of je daarvoor gemiddeld €600 moet betalen voor een Opel? Daarnaast vinden we nog een heleboel concurrenten terug in het B-segment zoals de Chevrolet Matiz, maar die zou je het best mijden. De Hyundai i10 en Kia Rio bieden bijna hetgeen wat een Suzuki Splash kan, al valt de basisprijs van €12.999 toch wat hoger uit. Het Toyota Aygo – Citroën C1 – Peugeot 107 trio komt heel wat dichter qua prijskaartje (€9.599), maar bieden heel wat minder ruimte.
Conclusie
De Suzuki Splash vertegenwoordigt als geen ander de veeleisende Europese consument die ook in de lagere segmenten een kwalitatieve wagen willen met een aantrekkelijk design. De kleinere benzinekrachtbronnen zijn op het lijf geschreven en dankzij het doordacht gebruik van de mini-MPV carrosserievorm heerst er een groot ruimtegevoel binnenin. De Suzuki Splash verkiest de stedelijke omgeving op een stuk autosnelweg en het aftermarket Pioneersysteem moet je ook mijden als de pest, maar daarnaast is de Splash een logische keuze in het segment.
Overzicht:
+ Soepele krachtbron
+ Ruimtegevoel binnenin
+ Guitig design
– achterhaald Pioneer multimedia- en navigatiesysteem
Tekst: Benjamin Van Maldergem
Foto’s: Jeroen Maes
Een tweede Suzuki Vitara facelift brengt frisse looks, nieuwe veiligheidsvoorzieningen en een moderner infotainmentsysteem.
In afwachting van nieuwe (zuiver elektrische) modellen blijven ze bij Suzuki druk 
Ruim, comfortabel en vooral voorzien van een indrukwekkend rijbereik, de nieuwe Fisker Ocean SUV komt met een aantrekkelijk geheel. En de hippe California Mode natuurlijk!
Met de Fiat 600 keert Torinese merk terug naar het belangrijke B-segment, initieel met de zuiver elektrische 600e crossover.
