Toyota Auris HSD test
Toyota monteert hun hybridesysteem uit de Prius ook in de bread and butter-modellen zoals de Auris en de Yaris. Maar zijn de praktische voordelen voldoende om het gadgetgehalte te doen vergeten?

Wie goed kijkt, ziet de hybrides van Toyota hier en daar in het straatbeeld. Het valt amper op, maar ze zijn het gemakkelijkst te spotten door de blauwe schijn in hun logo. Voor de rest zien ze er quasi identiek uit als de Toyota Auris, die midden vorig jaar een facelift kreeg. Het brave uitzicht dat toen in lijn van de andere modellen lag, werd radicaal wandelen gestuurd. De nieuwe Auris lijkt nog amper op de oude. En dat geeft hem stukken meer persoonlijkheid. In de bronzen kleur waarin deze hybride werd gelakt, ziet hij er helemaal 2013 uit. Zijn sportieve voorkant draagt de nieuwe merkidentiteit van Toyota in zich, terwijl de hoog geplaatste achterlichten een zekere vorm van dynamisme verraden.

Toyota-Auris- HSD test

Toyota-Auris- testToyota-Auris- test

Maar goed, op naar de essentie: de Hybrid Synergy Drive. Er wordt vertrokken van een 1.8-liter benzinemotor en de startmotor wordt op steroïden gezet. Op die manier kan de Auris HSD zonder problemen de motor veelvuldig starten, maar daarenboven hij kan ook omgepoold worden zodat hij als alternator werkt. De alternator vervalt dan, maar wordt vervangen door een uit de kluiten gewassen elektromotor. De elektriciteit die de startmotor nu en dan genereert, wordt opgeslagen in batterijen onder de achterbank, en volgens de noden van het moment naar de grote elektromotor gestuurd. Een redelijk technische en ingewikkelde uitleg voor iets dat tijdens het rijden met deze Auris HSD als zeer normaal en intuïtief aanvoelt. Een elektromotor en een verbrandingsmotor drijven elk om beurt of tegelijkertijd de wagen aan, afhankelijk van hoeveel vermogen de bestuurder exact vraagt. Op die manier kan er exact de nodige hoeveelheid kracht naar de voorwielen gestuurd worden, zonder een druppel benzine teveel te verspillen.

Toyota-Auris-61

Toyota-Auris-12Toyota-Auris-51

Wegrijden gebeurt altijd elektrisch, vergezeld van een zachte fluit van de vermogenelektronica. Als de batterijen leeg geraken, of als je te enthousiast het gaspedaal bedient, springt de 1.8-benzinemotor bij. Dat kan door beide krachtbronnen te koppelen via een planeetwiel. Tussen de verbrandingsmotor en diens as van het planeetwiel zit nog een continu variabele transmissie. Zo kan de verbandingsmotor, die trouwens een iets gewijzigde verbandingscyclus heeft, altijd op het optimale toerenbereik werken.

Toyota-Auris- test

Dit heeft wel gevolgen voor de rijbeleving. Als in: ze wordt zo goed als geëlimineerd. Vertrekken gebeurt geruisloos. Bij een bedaarde rijstijl komt de benzinemotor er bijna ongemerkt bij. Geef je wat meer gas, bijvoorbeeld bij het oprijden van een autosnelweg, springt de motor naar een vooraf ingesteld toerental, vergezeld van een monotoon gedreun. Het resultaat is dat je er heel rustig mee gaat rijden, wat op zich niet slecht is. Maar de beloofde 3,8 L/100 km, daar is er hoegenaamd geen sprake van. 6 liter bij snelwegverkeer is realistischer. We moeten wel eerlijk toegeven dat er behoorlijk wat snelweg in onze gereden testkilometers zat, in stadsverkeer of bij korte ritten is een hybride ongetwijfeld meer in z’n element. De sportiviteit die het nieuwe uiterlijk van de Auris ons belooft, kan door deze hybride aandrijving jammer genoeg niet waargemaakt worden.  Het eerste wat opvalt bij de Auris, zijn alle geluiden die normaal bedolven worden onder het motorgeluid. Met name: het bandengeluid, en het steentjes die tegen de wielkasten vliegen. In de Toyota zit er sowieso al minder isolatie op die plaats, maar door de afwezigheid van motorgeluid vallen die wel erg goed op. Het rijgedrag is dan weer helemaal typisch voor zijn segment: soepel, maar nergens spannend.

Toyota-Auris- test

Stap in en je wordt begroet door de futuristische versnellingspook met blauw doorschijnend plastic, maar nog meer door een interieur dat met z’n horizontale lijn een beetje aan de GT-86 doet denken. Wij waren er ten zeerste over te spreken. Een druk op de blauwe startknop en je bent klaar om (geruisloos) te vertrekken. De stoelen, gedeeltelijk in leer, zijn net als de aandrijflijn niet bedoeld voor lange ritten. Het ingebouwde radio-navigatiesysteem,waar desgewenst ook het hybridesysteem op weergegeven kan worden, is dan weer uitstekend. Toyota heeft flink wat vooruitgang geboekt als het over interieurs gaat. Het enige ‘oude’ dat we nog aan deze wagen terugvinden is het digitale klokje. We vermoeden dat ze er in Japan ooit eens teveel van besteld hebben en die nu niet meer kwijt geraken… Maar over het algemeen is het aangenaam vertoeven in deze Auris HSD.

Toyota-Auris-21

Toyota-Auris- testToyota-Auris-16

Alles heeft zijn prijs. Zo ook een wagen met een aangenaam interieur en een hybride aandrijving. €24.550 voor de basisversie om exact te zijn, en net geen €30.000 voor de topversie, inclusief een panoramisch glazen dak dat meermaals complimenten kreeg van passagiers. Niet exuberant duur, maar wel een pak meer dan de dieselversie. Die krijg je al mee vanaf €18.320, maar dan moet je zelf wel aan het schakelen met de traditioneel lange pook.

Toyota-Auris- test

Toyota-Auris- testToyota-Auris- test

Conclusie

Wat we hier voor ons hebben is een compacte Toyota, met alle kwaliteiten van dien. Degelijke techniek, een braaf weggedrag en heel aardige looks. Maar je kunt ook vlot vier personen vervoeren, met opmerkelijk goede been- en hoofdruimte. Bovendien proef je van een knap stukje techniek. Maar leg je heel wat snelwegkilometers af, dan is dieselvariant duidelijk de betere keuze. In de stad zouden we dan weer deze Auris HSD verkiezen.

Toyota-Auris- test

Overzicht

+ Ruimteaanbod
+ Kwaliteit

– Zetels
– Rijbeleving

Tekst & foto’s: Ward Bonte