Brabus bouw elektrische E-klasse
Brabus, de tuner die al 35 jaar pk-beulen van Mercedes in nog grotere raketten transformeert, heeft een elektrische E-klasse in de maak.

Tuner is een beetje oneerbiedig. Het bedrijf, onder leiding van oprichter Bodo Buschmann, doet veel meer dan enkel het motormanagement herprogrammeren. Naast eigen design van uiterlijk vertoon zoals velgen en speciale bodykits, gooien ze de grootste en meest decadente Mercedessen ook onderhuids helemaal om. Of niet, klant is namelijk koning. Het resultaat is dat deze wagens niet alleen gaan als een Jumbojet, ze kosten ook bijna even veel. Een CLS V12 bijvoorbeeld, wordt uitgeboord van 5.5-liter naar 6.3-liter, en voorzien van twee king-size turbo’s. Vooraan komt er een spoiler, het kofferdeksel krijgt een grote vleugel aangemeten en de wielkasten worden verbreed. De aandrijflijn is ook opgewaardeerd, tot aan de zeventrapsautomaat toe. Het resultaat doopt men zonder schroom de BRABUS ROCKET 800 V12. En een raket is het zeker, want 800 pk en 1.100 Nm kunnen je – hou je vast – 350 km/u doen halen. Sterker nog: aan 150 km/u kan je nog steeds de wielen doen slippen. Dit alles kost de geïnteresseerde Rus of Arabier € 398.000, exclusief BTW.

Ze moeten dus helemaal niet onderdoen voor de huistuner AMG. Woordvoerder Sven Gramm reageert eerder gepikeerd wanneer die parallel werd getrokken in het Nederlandse autotijdschrift TyreZone: “Een AMG is een serieproduct. Je kunt misschien eens een ander kleurtje kiezen, maar daar blijft het dan ook wel bij. Wij bouwen AMG-auto’s om, individualiseren ze en maken ze sneller. Beantwoord ik daarmee je vraag?” Ook wel een interessant feit: in de grille van een Brabus mag geen driepuntige ster pronken, dat is voorbehouden aan AMG. In plaats daarvan staat een weinig subtiele ‘B’.Heel wat minder bekend is dat Brabus ook sleutelt aan auto’s van andere merken, zoals Range Rovers, Jaguars, en zelfs voor luxejachten kun je bij hen terecht. Daarnaast is er ook een entiteit die zich bezighoudt met de restauratie van oldtimers.

En daar kwam enkele jaren terug een afdeling bij: de Zero Emission Division. Het eerste project, dat in september vorig jaar in Frankfurt werd voorgesteld, is een E-klasse met elektrische aandrijving, de All Wheel Electric Drive. Die heeft in elk wiel een stevig uit de kluiten gewassen elektromotor. Die wordt aangeleverd door het Britse Protean, en meten 42 cm in diameter en zijn slechts 11.5 cm dik. Ze zitten deels binnen de koets, deels in de 19-inch velgen. In theorie is een koppel van 3.200 Nm mogelijk: drie keer zoveel als het eerder beschreven monster. Tijdens het remmen kan energie teruggewonnen worden. Ga je vol in de ankers, dan zorgt de massa van de wagen dat diezelfde motoren werken als generator van 70 kW, iets meer dan 100 pk. Grensverleggend.

De batterijen zitten netjes gestapeld in de motorruimte, en in de nu lege transmissietunnel voor een betere gewichtsverdeling. Alles samen weegt dit een doenbare 2190 kg. Voor de rest is de balans van verbruik en acceleratie een kwestie van keuze voor de ingenieurs. Bij een zeer groot acceleratievermogen zullen de batterijen het niet lang uitzingen. Het eindresultaat levert een sprinttijd tot 100 van 6,9 seconden, de top ligt op een gezonde 220 km/u. De Europese verbruikscyclus is bepaald op 0,24 kWh per kilometer. In combinatie met de batterijen aan boord raak je 240 km ver per lading. In ecomodus zou je zelfs 350 kilometer ver geraken. En voor wie denkt dat opladen dan een eeuwigheid duurt: als je over een sterkstroomaansluiting beschikt, zou de klus met de snellader in anderhalf uur moeten geklaard zijn. Het ziet er naar uit dat dit een realistisch en bruikbare propositie wordt. Of wat je krijgt als de pro’s het eens proberen.