Test Ford Focus EcoBoost
200 Nm koppel uit een motorblokje dat op een A4 past: downsizing op zijn best!

Motoren worden steeds kleiner en steeds zuiniger, een evolutie die niet meer is tegen te gaan. Soms gaan constructeurs echter té ver en kom je aan de pomp uiteindelijk bedrogen uit. Je moet de blokjes zo martelen tot er iets uitkomt, dat je eigenlijk beter af was met een krachtigere motor die je maar 50% belast. Gelukkig zijn er nu en dan uitzonderingen die klein combineren met souplesse én ook zuinigheid. Eén van die uitzonderingen is de 1.0-liter EcoBoost van Ford, die ook niet voor niets tot Engine of the Year werd verkozen. Tot 205 pk persten de ingenieurs voorlopig uit het 999c blok. Ze lepelden het in een Formula Ford en haalden een Ringtijd van 7 min en 22 seconden: sneller dan een Lamborghini Aventador! Maar goed, we wijken af. Deze rijtest was noch met een single-seater, noch op de Nürburgring. Wij kregen een alom bekende C-Segmenter mee: de Ford Focus. De 125 pk-versie mocht ons bij een korte dagtest in Hoegaarden al eens sterk overtuigd hebben, wij waren benieuwd of ook de 100 pk-versie alle verwachtingen inlost.

Test Ford Focus EcoBoost

Test Ford Focus EcoBoostTest Ford Focus EcoBoost

Logischerwijs beschikt deze instapper over volledig dezelfde techniek als zijn krachtigere broertje: een kleine turbo die tot 250.000 toeren per minuut spint, directe injectie, een hoge compressieverhouding (10:1) en een variabele kleppentiming. De volledige technische rimram kregen jullie de vorige keer al voorgeschoteld en zullen we jullie ditmaal dus besparen, maar wat als een paal boven water staat: dit is een technologisch hoogstandje! Ford behoudt de 1.0-liter EcoBoost dan ook niet enkel voor de Focus, binnenkort zal de krachtbron te vinden zijn in de nieuwe Fiesta, de B-Max en zelfs de nieuwe Mondeo. Of die laatste combinatie gezien de probleemstelling uit onze inleiding een succes wordt, valt nog af te wachten, maar in de Focus schiet de driecilinder niets tekort! Met 12,6 seconden naar 100 km/u is hij dan nog niet meteen een sprintwonder, het is even snel als de sprinttijd van de een stuk grotere 1.6-liter diesel instapper. De 125 pk-versie is in de sprint 1,2 seconden sneller, maar daar lagen wij niet wakker van.

Test Ford Focus EcoBoost

Test Ford Focus EcoBoostTest Ford Focus EcoBoost

Belangrijker is dat het koppel van 170 Nm (200 Nm in overboost) behouden blijft en dus beide modellen zich bij het dagelijkse gebruik – waar hernemingen belangrijker zijn – niet zo verschillend zouden mogen gedragen. En de realiteit bevestigt dat, want al vanaf 2.000 toeren per minuut is dit benzineblokje alert. Zo voelt de Focus EcoBoost nooit echt traag aan en hoef je zelden terug te schakelen. Verwacht natuurlijk ook geen wonderen: rijd je 70 km/u in vijfde, tevens de hoogste versnelling, dan zal inhalen niet zo vlot gaan. Maar rijd je op de autosnelweg 110 km/u en je wil een inhaalmanoeuvre plaatsen, dan is er geen vuiltje aan de lucht en ga je vlot voorbij je voorligger. Het schakelen zelf voelt soms wel wat stroef aan, het vergt immers enige gewenning het ideale toerental te vinden om de volgende versnelling in te schakelen. Als je de indicator volgt, is boterzacht niet meteen de beste omschrijving. Gelukkig wordt dit een stuk beter eens de motor voldoende is opgewarmd.

Test Ford Focus EcoBoost

Test Ford Focus EcoBoostTest Ford Focus EcoBoost

En dat geldt ook voor het verbruik. Bij zeer korte en koude ritten durft de EcoBoost er nogal wat benzine doorsluizen, maar eens alles op temperatuur daalt het verbruik zienderogen. Ford is zich daarvan bewust, zo getuigt de keuze voor een gietijzeren blok: dit motorblok warmt tot 50% sneller op dan een gelijksoortig uit aluminium. Op papier heeft de Focus 1.0 nood aan 4,9 liter per 100 kilometer, resultante van 6,0 liter in de stad en 4,2 liter erbuiten. In Hoegaarden mochten we dan nog wel 5,6 liter gehaald hebben met de 125-pk versie, wij waren benieuwd of ook in minder kunstmatig opgezette situaties het verbruik beneden de 6 liter zou blijven. Zonder de hulp van een glooiend landschap, het gebrek aan verkeerslichten en een vlot doorstromend verkeer. Uiteindelijk slaagden we daar gelukkig in: na een week stond de teller op 5,7 liter/100 kilometer. We waren vooral verbaasd over het verbruik op de snelweg: in tegenstelling tot onze verwachtingen, bleef de EcoBoost ook bij 120 km/u onder de 6 liter verlangen en bij 110 km/u zelfs niet veel meer dan 5. In de stad dan weer geeft de boordcomputer al snel 7 liter of meer aan. Daarmee wordt meteen ook duidelijk dat kleine verschillen grote gevolgen hebben op het verbruik, zoals wel vaker het geval is bij kleine turboblokjes. De 1.0-liter EcoBoost is in staat zeer zuinig te draaien, maar alles wordt gedirigeerd door de rechtervoet én de omstandigheden. Voor wie zich nog een beetje statistiek herinnert van op de schoolbanken: de variantie is enorm, de betrouwbaarheidsintervallen zeer wijd uitgesmeerd.

Test Ford Focus EcoBoost

Qua wegligging daarentegen is ook deze Focus een heerlijke constante: dynamisch, direct en een hele hoop rijplezier. We zijn er al vaak op ingegaan en concludeerden steeds met hetzelfde verhaal. Toch willen we even stilstaan bij het verschil tussen de Focus mk2 en Focus mk3. De eerste heeft een hydraulische stuurbekrachtiging, de tweede een elektromechanische. En terwijl de One Ford Focus tot slot geholpen wordt door ESP, Torque Vectoring enzovoort, is er van elektronica bij de oudere van de twee geen sprake. Het zijn zaken die allemaal samen werkelijk een wereld van verschil brengen. Het stuurwiel van de mk2 ontvangt zo een stuk beter de signalen van de voortrein, maar voelt soms een stuk logger aan dan de nieuwe generatie. De nieuwe Focus voelt een stuk wendbaarder aan en heeft hogere limieten. Tot slot is de jongste van de twee ook een stuk comfortabeler. Alles werd dus beter, enkel het communicatieve aspect ging verloren. Nu goed, EPAS is de nieuwe standaard en is onvermijdelijk here to stay.

Test Ford Focus EcoBoost

Test Ford Focus EcoBoostTest Ford Focus EcoBoost

De prijzen zijn er natuurlijk ook op ‘vooruitgegaan’ sinds de vorige generatie, zoals zo goed alles in deze wereld. Toch blijft de Focus een zeer betaalbare wereldauto: de 1.0-liter EcoBoost 100 pk start vanaf 19.300 euro. Voor deze prijs krijg je een vijfdeurs in het Trend uitvoeringsniveau, de Focus Clipper kost 900 euro extra. Standaard krijg je elektrisch bediende ruiten vooraan, een boordcomputer, radio-cd met USB-aansluiting en ook belangrijk: een airco. Wil je ook lichtmetalen velgen, mistlampen vooraan, een ‘premium’ middenconsole, LED achterlichten, cruise control, startknop, Hill Start Assist en een automatische ipv manuele airco, dan moet je voor de Focus Titanium gaan. Deze uitgebreide lijst met extra’s vraagt een additionele 2.000 euro, waarmee de teller neerkomt op 21.300 euro. De 125-pk versie kost telkens 1.000 euro meer dan de configuratie met 100 pk.

Test Ford Focus EcoBoost

Conclusie

De 1.0-liter EcoBoost is een technologisch hoogstandje waar Ford met reden trots op mag zijn. Het verbruik wordt ermee een stuk achteruitgeschroefd zonder afbreuk te doen aan de prestaties. Wat ons bijblijft zijn het prettige geluid, een voldoende hoog koppel reeds vanaf 2.000 toeren en het verbruik onder de zes liter. Wel kan dit laatste zoals wel vaker bij kleine turboblokjes enorm variëren afhankelijk van bestuurder en omstandigheden. Bovendien behoort de Focus nog steeds tot de scherpst sturende wagens in zijn segment, terwijl het comfort ten opzichte van de vorige generatie enorm is toegenomen. De prijzen liggen tot slot in lijn met die van de concurrenten.

Test Ford Focus EcoBoost

Overzicht

+ Verbruik/Prestaties
+ Wegligging

– Esthetisch ontoereikend multimediadisplay

Test Ford Focus EcoBoost

Tekst: Tim De Baets
Foto’s: Pauline Buyse