Het Dacia-gamma verkoopt beter dan Dacia zelf ooit had durven dromen. Met de Dacia Lodgy wordt er een vervolg aan dat succes gebreid.
Dacia groeit 21% per jaar en heeft het moeilijk om de productie op een voldoende hoog peil te houden om aan de vraag te voldoen. Resultaat: op een bepaald moment moest je zes maanden op je fonkelnieuwe Duster wachten. De reden dat Dacia een dergelijk succes werd, is zeer eenvoudig: ze zijn de goedkoopste op de markt. Hun slogan “Smart Buy” is dan ook helemaal niet gelogen! Want niet alleen de aankoopprijs van een Dacia ligt uiterst laag, ook de onderhoudskosten zijn relatief laag. Dacia’s worden namelijk gebouwd met gekende en beproefde componenten. Die gekende componenten zijn betrouwbaar en aangezien Dacia haar modellen amper van technologie voorziet, kan daar ook al weinig mislopen. Wat er niet is, kan namelijk ook niet kapot gaan.
Ook bij de Lodgy werd diezelfde strategie toegepast. De Lodgy deelt zijn platform met de Logan, aan de binnenkant zien we duidelijk dat de ontwerpers gingen shoppen bij Renault en aan de buitenkant valt het op dat de zijspiegels van de Lodgy opvallend goed lijken op die van de Duster. Recyclage van componenten noemen ze het bij Dacia liever niet, maar daar komt het uiteindelijk wel op neer. Niet dat dat een slechte zaak is. Door intensief hergebruik van bestaande componenten is de Lodgy uiterst goedkoop. En net daarvoor werd hij ontworpen. De Lodgy wordt grotendeels met de hand geassembleerd in een zero-emission fabriek in Tanger, Marokko. Dat de wagen met de hand gebouwd wordt, merk je onder meer aan het feit dat naden niet altijd even mooi aansluiten. De afwerkingskwaliteit is dus niet altijd even goed, de bouwkwaliteit is dat dan weer wel. Tijdens onze testritten over het slechte wegdek van Marokko – België lijkt plots een heerlijk plat wegdek te hebben – hoorden we amper krakende geluiden en viel het op hoe stil de Lodgy is binnenin. Beslis je 120 km/u te rijden, krijg je wel last van behoorlijk wat windgeluiden. Maar dat het model robuust aanvoelt, staat buiten kijf.
Ook aan de buitenkant wil de Lodgy er vooral robuust uit zien. Om de kosten zo laag mogelijk te houden, werd efficiëntie in het achterhoofd gehouden. Form follows function. De Lodgy wil er niet per se goed uitzien, hij wil vooral goedkoop zijn. Mensen die op zoek zijn naar een goedkope wagen, vinden de looks namelijk minder belangrijk dan de prijs. Dacia introduceert een nieuwe merkidentiteit met de Lodgy. In de toekomst mogen we verschillende modellen van Dacia verwachten die een gelijkaardige aanblik zullen hebben. Met zijn 4,5 meter lengte en 1,75 meter breedte is de Lodgy niet bepaald een compacte wagen, dat vertaalt zich dan ook in een immense kofferruimte. 2.617 liter kan je er in kwijt als je alle zetels neerklapt. Leg je enkel de achterste zetelrij neer, beschik je over 827 liter, terwijl je met de achterste zetelrij in positie amper 207 liter over houdt. Dat is weliswaar nog steeds voldoende voor twee valiezen. Op de achterste zetelrij is er opvallend veel plaats, voor volwassenen is een lange rit dan weer teveel van het goede. Op de achterste zetelrij zitten valt dus goed mee, er geraken is dan weer een stuk lastiger, de doorgang is namelijk behoorlijk smal.
Koop je een basis Lodgy – die kost €9.990 – dan krijg je ook een basisinterieur. Al het noodzakelijke is aanwezig, veel meer moet je niet verwachten. Een radio is bijvoorbeeld niet standaard. De deuren voelen goedkoop aan en het dashboard werd met weinig inspiratie vormgegeven. In feite is het collage van verschillende Renault-componenten die door Dacia-plastic worden samengehouden. Ongeveer elke andere wagen zouden we hierom afbreken, maar de Lodgy komt er gezien zijn beginprijs aardig mee weg. De wijzerplaten werden vernieuwd en of je nu met een dieselmotor of benzinemotor op pad bent, de toerentellers zijn identiek. Kwestie van echt overal te besparen – iets wat we voor alle duidelijkheid bij dit soort modellen wel degelijk kunnen aanmoedigen. Wie zijn Lodgy toch deftig wil aankleden, kan dat voor een relatief gunstige prijs. Je kan zelfs pianolak op de middenconsole krijgen, hoe decadent wil je het hebben? Aan de binnenkant vind je 30 liter aan opbergvakken terug, wat behoorlijk praktisch is. De achterste zetelrij kan eenvoudig opengeklapt worden, al zijn er betere systemen op de markt. Ook de middenste zetelrij vouwt snel weg. De systemen daarvoor zijn ingewikkelder – en vaak ook beter – bij andere merken, maar dat van Dacia is het eenvoudigst, lichtst en allicht ook het goedkoopst.
Dacia heeft haar modellen nog nooit zo goed uitgerust als de Lodgy, aldus het merk zelf. De meest opvallende optie is ongetwijfeld het MediaNav-systeem dat door Dacia ontwikkeld werd in samenwerking met LG. Wie dacht dat Dacia enkel tastbare componenten recycleerde, is verkeerd. Het multimediasysteem recycleerde ook software-componenten die elders al bestonden en stak ze in een ander jasje. Daardoor kon het systeem – dat de radio, telefonie en GPS bedient – ontwikkeld worden tegen een minimale kost. Deze optie kost je €450, €40 minder dan het TomTom-systeem van Renault. En dat terwijl Dacia’s systeem zelfs iets gebruiksvriendelijker is. Indrukwekkend. Verder kan je ook een snelheidsbeperker aanschaffen, cruise control vonden ze bij Dacia blijkbaar net iets te verregaand. Die optie is niet beschikbaar. Helemaal standaard is de Lodgy behoorlijk karig uitgerust, om niet te zeggen zo goed als volledig kaal. Je krijgt vier airbags, het ASR veiligheidssysteem en daar houdt het zowat mee op. Gelukkig kan de Lodgy zeer goedkoop beter uitgerust worden. De Dacia Lodgy kost in zijn topuitvoering met duurste motorisatie maximaal €15.390. Een koopje.
Dacia biedt vier motoren aan voor de Lodgy. De instapper – de versie die €9.990 kost – krijgt een compleet verouderde 1.6 MPI benzinemotor met 85 pk. Dat klinkt verschrikkelijk in theorie, in praktijk valt hij eigenlijk goed mee. Als je verwachtingen maar niet te hoog zijn. De Lodgy weegt amper 1.200 kg, een uiterst laag getal voor een wagen van zijn formaat. En daardoor komt de instapmotor best aardig van zijn plaats. Toegegeven, zijn sprinttijd van 14,5 seconden naar 100 km/u klinkt niet aantrekkelijk, maar aangezien de doorsnee Dacia-rijder niet om sprinttijden geeft, maakt dat weinig uit. Tegen 120 km/u verbruikt deze motor zo’n 6,5 liter per 100 km, zeker geen slecht cijfer. Tijdens een gemengde cyclus kom je normaal op 7,1 liter per 100 km. Aangezien de motor aan een vijfbak gekoppeld wordt, draai je 3.500 toeren bij 120 km/u, wat behoorlijk wat lawaai oplevert. Een zesbak had welkom geweest, aan de andere kant, alles wat extra geld kost is absoluut niet welkom in een Dacia.
Wie het liefst benzine slurpt, kan naast de 1.6 MPI kiezen voor een 1.2 TCe-motor. Dat compacte blok levert 115 pk, voelt vlot aan en is relatief zuinig met zijn normverbruik van 5,8 liter per 100 km. Ook hier is een vijfbak terug te vinden. Wie zes versnellingen wilt, moet zich tot diesel wenden. De dCi 110 motor wordt namelijk aan een zesbak gekoppeld die zich vlot en accuraat laat bedienen. Wel opletten, deze zesbak vraagt veel schakelwerk in bergachtig gebied. Deze motor drinkt in theorie 4,4 liter per 100 km en stoot 116 gram CO2 uit. In de realiteit voelt hij zeker en vast voldoende vlot aan voor de Lodgy. Het kan dus met wat minder vermogen, iets wat ook Dacia vaststelde. Voor iets minder geld krijg je dezelfde motor die over 90 pk beschikt en in 11,6 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u sprint. Dat blok wordt aan een vijfbak gekoppeld en heeft niet bepaald kracht over, maar is wel voldoende krachtig om de Lodgy vooruit te doen bewegen.
Wie dacht dat rijden met de Lodgy een hel (van Tanger) zou zijn, is mis. De Lodgy is behoorlijk comfortabel afgeveerd en slikt putten in het wegdek moeiteloos. Niet dat rijden met de Lodgy hemels is, maar voor de prijs die je betaalt, is het rijgedrag dat je in de plaats krijgt opmerkelijk volwassen. Het stuur is aan de lichte kant en relatief vaag, maar niet op een manier dat het overdreven storend wordt. De koets helt bovendien relatief weinig over. De Lodgy is kortom vooral geschikt om rechtdoor te rijden op lange banen, maar weet zich opvallend goed te verweren op kleine bochtige wegen.
Conclusie
Wie een degelijke wagen zoekt, zeven zitplaatsen nodig heeft, er niet veel geld aan wil uitgeven en absoluut geen autoliefhebber is, is allicht de ideale klant voor Dacia. Van A naar B geraken met zeven inzittenden kan ongetwijfeld beter, maar zeker niet goedkoper! En da’s nu net de troef van de Lodgy. Nergens vind je zoveel wagen voor zo weinig geld. In ons overzicht hieronder, zouden we normaal de onbestaande basisuitrusting en de verouderde motor tot de negatieve punten rekenen. Maar deze wagen vraagt een ander denkkader. Prijs is zijn grote troef en alles wat tot een hogere prijs leidt, zoals een nieuwe motor en meer basisuitrusting, is compleet uit den boze. In tegenstelling tot al onze verwachtingen rijdt de Lodgy helemaal niet slecht, valt zijn verouderde instapmotor eigenlijk best mee en is het interieur niet echt zo’n ramp. Alles kan beter, maar voor wie dat niet hoeft, is er de Lodgy.
Overzicht
+ Prijs
+ MediaNav = goed(koop)
+ Binnenruimte
+ Comfortabel
– Afwerking
– Instap achterste zetelrij moeilijk
Tekst & Foto’s: Jeroen Maes
Ruim, comfortabel en vooral voorzien van een indrukwekkend rijbereik, de nieuwe Fisker Ocean SUV komt met een aantrekkelijk geheel. En de hippe California Mode natuurlijk!
Met een Belgische prijs van net geen 19.000 euro blijft de nieuwe Dacia Duster SUV aantrekkelijk geprijsd.
Dacia heeft de populaire Duster SUV volledig vernieuwd. De 
De zuiver elektrische Dacia Spring krijgt een deugddoende facelift met frisse looks en moderner interieur … maar blijft nog steeds dé meest betaalbare EV op de markt.
Terwijl steeds meer en meer autoconstructeurs hun huiswerk klaar hebben voor een (relatief) goedkope EV … komt Dacia gewoon met een facelift voor hun Spring Electric trendsetter. Deze compacte EV crossover (3,7 meter lang) werd reeds in 2021 gelanceerd en was de jouwe voor slechts 17.000 euro. Daarmee pakte hij de titel van “goedkoopste” EV. De 
