Rijtest: BMW X4 xDrive20i

Uiterlijk het kleine broertje van de X6, onderhuids gebaseerd op de X3: de langverwachte BMW X4 speelt in op het succes van de compacte SUV’s.

Zeg nooit SUV tegen de verschillende X-modellen uit de BMW-catalogus. Elk kind heeft een naam en BMW zweert bij SAV: Sports Activity Vehicle. Niet enkel marketing maar tegelijk een eerlijk statement, want voor het ruwe terrein werden ze nooit gebouwd. Kruis je de genen van een SAV vervolgens met een Coupé, dan krijg je een nog sportievere Sports Activity Coupe (SAC), een nieuwe niche die de Duitsers met de komst van de X6 in 2008 creëerden. Een imposante vierwieler die bij vele mensen best wat afgunst veroorzaakte en in volle tijden van crisis misschien zelfs onverantwoord was te noemen, maar de orderboeken toch probleemloos vulde. Het was dan ook meteen voorspelbaar dat er een klein broertje zou komen die deed met de X3 wat de X6 deed met de X5. Met het enorme succes van de compacte crossovers was nu het ideale moment aangebroken.

Onderhuids staat de X4 op hetzelfde platform als de nieuwe X3, maar van ver zie je dat de afmetingen verschillen. Wielbasis, totale breedte en zelfs spoorbreedte zijn exact dezelfde, terwijl de X4 met 4.671 mm ietsje langer is en met 1.624 mm een dikke drie en een halve centimeter lager. Daarmee ligt het patserbak-gehalte een stuk lager dan bij de X6, al blijven de typische lijnen behouden. De daklijn loopt als bij een coupé omlaag vanaf de bestuurder, de luchtinlaten vooraan zijn iets groter en de kont steekt ietwat omhoog. Alleen zijn de wielkasten zo groot en hoog waardoor de standaard 17-inch velgen volledig buiten proportie lijken. Het M-Sportpakket brengt gelukkig raad, maar voor de dertien-in-een-dozijn versie zijn we jammer genoeg niet echt te vinden.

Binnenin kan je in de optielijst van de BMW X4 misschien net wat extra snufjes vinden dan bij het avontuur door de X3-configurator, maar verder zijn de verschillen zo klein dat een spelletje zoek de zeven verschillen zelfs onmogelijk op te stellen is. Je zit –hoewel nog steeds hoog- wel 20 mm lager vooraan en zelfs 28 mm lager achteraan, zodat ook de achterste passagiers ondanks de aflopende daklijn nog steeds meer dan voldoende hoofdruimte voorgeschoteld krijgen. De beenruimte is verder gemiddeld, terwijl de koffer ruimer was dan verwacht: 500 liter bagagevolume met de zetels rechtop tot 1.400 liter met de in 40:20:40 neerklapbare achterbank naar omlaag. De kofferklep opent en sluit standaard elektrisch, terwijl je met de optionele Smart Opener die beweging ook nog eens kan dirigeren met een schop onder de achterbumper. Tot slot vink je ook beter de achteruitrijcamera aan, want door de kleinere achterruit werd het zicht naar achteren toch wat beperkt.

Vooruit gaat het in de X4 zonder probleem, want aan de X4 zijn de betere vier- en zescilinders van het X3-gamma toebedeeld. Een instapversie met achterwielaandrijving vind je bij de X4 dan ook niet, dieselen start hier bij de xDrive20d. De verder verfijnde B47D20-versie van het gekende tweeliter blok levert voortaan 190 pk en 400 Nm, maar blijft ons een eerste afspraakje voorlopig nog schuldig. De zes-in-lijn diesels leveren 258 of zelfs 313 pk, terwijl de xDrive35i benzine topt bij een paardenstal van 303 volbloed exemplaren . De xDrive28i viercilinder zit daar onder, maar wij gingen op stap met de absolute instapper: de X4 xDrive20i. In deze configuratie levert de tweeliter benzine 184 pk en 270 Nm, wat gelinkt aan de standaard achttraps automaat een best vlotte rit levert. De sportstand is dan weer overbodig, want die laat de motor dieper in de toeren kruipen dan nodig. Voordelen aan deze motorisatie zijn voornamelijk de heel stille en geraffineerde loopcultuur, maar een wagen van dit kaliber kan een ruimer dieselkoppel af en toe wel gebruiken. Je komt echter nooit iets tekort en met een sprint van 0-100 km/u in 8,1 seconden is de instap-X4 allesbehalve traag, maar ook het verbruik ligt automatisch aan de hoge kant. Neem je de CO2-uitstoot van 171 g/km er tot slot nog eens bij, dan lijkt de xDrive20i voor België niet meteen de belangrijkste verkoopsdrijver.

Rest ons alleen nog een woordje te zeggen over het weggedrag, dat zich duidelijk differentieert van de X3. Het lagere zwaartepunt is merkbaar en de standaard Variable Sport Steering zet meteen de sportieve toon, terwijl de vierwielaandrijving in alle omstandigheden voor een optimale grip zorgt. Verwacht echter ook niet de dynamiek van een gemiddelde 3-Reeks, met de niet gevulde wielkasten konden jullie al lang voorspellen dat een beetje koetswerkrol in de bochten onvermijdelijk is. Het blijft binnen de perken en de lastwissels zijn minder uitgesproken dan bij de X6, maar de X4 is geen laagvlieger. Qua comfort kunnen we dan weer niets aanmerken, elke rit met deze Sports Activity Coupe werkt rustgevend.

Liever een BMW X4 dan een X3, reken dan wel met een fikse meerprijs. Een BMW X3 xDrive20i heb je in manuele versie al voor 40.750 euro, terwijl voor de X4 xDrive20i meteen 47.199 euro moet ophoesten. Al moet je eerder de versies met automaat vergelijken, zelfs dan bedraagt het surplus bijna 4.000 euro. Dieselen begint van 47.250 euro, maar je hoeft je niet extreem te laten gaan om al snel bij een totaalprijs van 60.000 euro te belanden. Binnen het traditionele Duitse triumviraat is de X4 eenzaam, maar hogerop de keten vinden we de Porsche Macan terug. Een andere koetswerkvorm en op het eerste zicht in een andere klasse, tot we de prijzen naast elkaar zetten. Een Macan S Diesel met 258 pk kost 60.802 euro, terwijl BMW voor een vergelijkbare X4 xDrive30d in basisuitvoering 57.800 euro vraagt. Reken wel op wat M-goodies om de wagens vergelijkbaar te maken. De Range Rover Evoque is tot slot ook nog een concurrent, maar kruipt minder hoog in het motorengamma. De goedkoopste vergelijkbare diesel met automaat kost daar 42.100 euro ten opzichte van 49.690 euro voor de X4 xDrive20d.

Conclusie

BMW zet met de X4 een lang voorspelde zet en lijkt met het onophoudelijk succes van de compacte crossovers het ideale lanceermoment te hebben uitgekozen. De technologische architectuur leent deze Sports Activity Coupe van de nieuwe X3, het uiterlijk is onmiskenbaar gelinkt aan dat van de X6. De X4 onderscheidt zich met zijn typische design en eerder sportieve inborst, maar veel verder moeten julie niet zoeken. Al komt de xDrive20i als instapper verder  niets tekort, een wagen van dit kaliber zien we eerder succesvol met een koppelrijke diesel. De meerprijs is ten opzichte van de X3 tot slot jammer genoeg ook aanzienlijk, maar BMW mikt hun pijlen met deze X4 dan ook eerder op een hogere klasse. Porsche mag op haar hoede zijn, want de X4 kan best wel snoepen aan het succes van de net geïntroduceerde Macan. Of omgekeerd? Want om even sportief voor de dag te komen, zal de prijs van de X4 niet veel lager meer liggen dan die van de Porsche. Welke badge zouden jullie immers zelf verkiezen…

Overzicht

+ Ruim motorengamma
+ Subtieler dan de X6
– Wielkasten buiten proportie
– Zicht naar achter
– Fikse meerprijs versus X3

Tekst & Foto’s: Tim De Baets