Rijtest: BMW X1 sDrive18d & X1 xDrive20d

Een opgefrist design, enkele interieurupdates en een nieuw motorgamma wapenen de BMW X1 voor een nieuwe levenscyclus.

Het is ondertussen reeds drie jaar geleden dat de BMW X1 voor het eerst ons pad kruiste. Hij bracht ons in 2010 veilig naar het Autosalon van Genève en terug. BMW trok toen als een van de eerste constructeurs de kaart van de compacte lifestyle SUV en mag vandaag terugkijken op een uitstekende ROI: meer dan 300.000 exemplaren vonden een eigenaar. Klanten voor wie een BMW X3 net iets te groot is en een 1-Reeks toch wat te sportief. Comfort staat bij deze mensen bovenaan, design op de tweede plaats en de typische BMW rijdynamiek willen ze tot slot ook niet volledig loslaten. Wensen die vandaag nog steeds bestaan, maar stilstaan is achteruitgaan. Daarom, en natuurlijk ook om de verkopen een tweede adem in te blazen, lanceert BMW een facelift van het kleinste model uit het X-gamma. Een opgefrist design, een verfijning van het interieur, efficiëntere krachtcentrales en nieuwe personalisatiemogelijkheden wapenen de X1 voor een nieuwe levenscyclus. En eveneens voor het veroveren van de Amerikaanse en de Chinese markt, want daar ligt nog onbenut groeipotentieel. Wij hielden het iets dichter bij huis, overschreden met de X1 xDrive20d  de taalgrens en gebruikten de X1 sDrive18d voor de dagelijkse pendel. De eerste met een M sportpakket, de laatste in X-Line. Voer voor vergelijking!

Bij een lifestyle SUV begint alles natuurlijk met het design. Graag zien en nog liever: graag gezien wórden. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat BMW op dat vlak alvast mooi werk heeft geleverd. Niet dat we de X1 de mooiste wagen uit het gamma vinden, maar vergeleken met zijn voorganger is hij toch een groot stuk verfijnd en werden de puntjes correct op de i geplaatst. De voorbumper kreeg een meer optimale indeling, terwijl de procentuele aanwezigheid van plastic met rasse schreden achteruit ging en vervangen werd door meer gelakte oppervlakken. Traditioneel voor een facelift werden ook zowel de koplampen als achterste lichtblokken opgefrist. Xenons staan sinds enige tijd bovenaan ons verlanglijstje bij elke BMW, want de knappe LED-lichtringen die erbij komen maken echt een wereld van verschil. Ex aequo wat betreft dit punt, want beide perswagens maken een potentiële koper 610 euro lichter.

Verder werden ook nieuwe koetswerkkleuren toegevoegd, waaronder het opvallende Valencia Orange van de X1 sDrive18d testwagen. Wij kijken er liever naar dan erin gezien te worden, maar het staat de wagen toch wel beeldig. Niet voor niets dat ook dit kleurtje de persfoto’s sierde. Zeker wanneer gecombineerd met de xLine uitvoering, die de robuuste veelzijdigheid van de X1 in het licht zet en gekenmerkt wordt door vele contrasterende elementen: de sierlijsten in de voorbumper, de beschermende bodemplaat achteraan en de zijschorten werden in een mat zilver gespoten. Hetzelfde geldt voor de kenmerkende nieren en de luchtinlaat. Opzet geslaagd! Zo geslaagd dat we de xLine wonder boven wonder zelfs verkiezen boven het M sportpakket van de X1 xDrive 20d. Anders nochtans ook een van die opties waar we in de configurator nooit van kunnen blijven, maar ons op de X1 toch niet volledig kon overtuigen. Is het dat maagdelijk wit, het winterschoeisel of vloekt het M aerodynamicapakket gewoonweg met het karakter van de X1? Voor een keer zeiden de M bumpers en zijdrempels ons maar niets, net zoals de in het hoogglanzend zwart uitgevoerde nieren. Misschien zouden de 19-inch M lichtmetalen en het voor het pakket exclusieve Le Mans Blau uit de catalogus ons kunnen overtuigen, maar wat deze twee wagens betreft is de sDrive18d xLine de esthetische winnaar.

Al draaien we binnenin de rollen volledig om, want hier gaan we al kwijlen vanaf we nog maar het kleine M-streepje in de Alcantara sportzetels geborduurd zien. Voeg daar nog het knappe M stuur en de M instapdrempels aan toe en we hebben geen tent nodig om te kamperen. De sDrive18d had duidelijk een meer basic uitvoering. De hoogglanzend zwarte inleglijsten gecombineerd met het zwart-oranje stoffen meubilair waren minder ons ding, maar zijn wel iets vriendelijker voor de portefeuille. Het navigatiesysteem Professional – dat ons nog steeds aangenaam verrast qua kwaliteit – was daarentegen ook toegevoegd aan de goedkoopste van de twee. Vergeleken met zijn voorganger kreeg de X1 verder een finetuning van de bedieningselementen en een nieuwe middenconsole, die sterker naar de bestuurder werd gericht. Een voorbeeld van optimalisatie is de cruise control, die vanaf nu intuïtiever bediend wordt: van je wegduwen betekent voortaan versnellen, naar je toe trekken is vertragen. De ingeschakelde snelheid per 10 km/u wijzigen is ook mogelijk.

Typisch voor de X1 is natuurlijk ook de Semi Command Position. We hebben het hier niet over enkele instructies in dat welgekende Indiase leerboek, maar gewoon over het feit dat je in de X1 dankzij de hogere zitpositie meer overzicht hebt over het verkeer en de instrumenten. Alles in het oog, alles onder controle, klinkt het. Je verliest er wat snelheidsgevoel mee, maar het toegenomen comfort van deze zitpositie past volkomen bij dit type wagen. Handig vonden we ook de neerklapbare achterbank in 40:20:40 verhouding, waardoor je je snowboard of ski’s kan inladen en tegelijk vier zitplaatsen behoudt. Een racefiets in de X1 laden zonder een wiel uit te nemen was ook geen probleem. De babageruimte kan immers uitgebreid worden van 480 liter tot 1.350 liter. Opbergvakken zijn er verder voldoende en wanneer je geen navigatiesysteem betaalt, krijg je er een extra exemplaar bij in de middenconsole. De wielbasis bedraagt tot slot nog steeds 2.760 mm, waarmee de beenruimte er niet op vooruit- noch achteruiting. Voor de meeste mensen is er meer dan voldoende ruimte, maar als je 1m90 meet, roep je toch best zo snel mogelijk shotgun.

Al blijft de beste plaats in een BMW natuurlijk die achter het stuurwiel. Een multifunctioneel lederen sportstuur in de xLine, zoals eerder gezegd een M-exemplaar in de witte testwagen. Maar welk stuurwiel je ook kiest, Servotronic is standaard op elke X1. De snelheidsafhankelijke stuurkracht-optie waarvan we vonden dat het een negatief effect had op het rijgevoel met de BMW 3-Reeks Touring, maar hier wel volledig bij het rijkarakter van de X1 past. Comfort staat immers op de eerste plaats. Servotronic en het M-sporstuurtje bijeen is een combinatie die wel wat vloekt, net als de combinatie X1 en M-sportophanging. Het hoeft niet te verbazen dat je met die laatste afstelling nog net dat ietsje beter door de bocht gaat, maar voor de X1 is ze naar onze mening iets te hard. De standaard ophanging in de sDrive18d was immers ook al niet boterzacht,  maar zacht genoeg om comfortabel bestempeld te worden. Té zacht heeft bovendien vaak een negatief effect op het weggedrag, en het laatste wat we willen is dat de X1 buiten BMW- lijntjes kleurt. ‘Echt rijplezier’ –  zoals de BMW-slogan in het Nederlands luidt – is misschien een brug te ver, maar hij heeft geen probleem om de meest dynamische van zijn soortgenoten te zijn. Het doelpubliek ligt hier nu immers ietwat anders dan dat van de 3-Reeks, en daarom klopt het plaatje ook weer het best zonder M-franjes.

Wat de transmissie betreft, hebben we weinig te vergelijken: beide testwagens beschikten immers over een Steptronic automatische versnellingsbak. De achttraps transmissie die zich al in vele testwagens bewezen had, en ook hier een duidelijke voorbeeldfunctie vervult. Alleen transfereert ze in de sDrive18d de kracht uitstluitend naar de achterwielen, terwijl de xDrive20d het koppel over de vier wielen verspreid krijgt. Voor echt terreinwerk is de X1 logischerwijze niet bestemd, maar die vierwielaandrijving biedt in de sneeuw net dat extra beetje zekerheid en die is met winterse omstandigheden tot eind maart best ook in onze contreien welkom. Al kunnen we de mythe over sneeuw en BMW’s ook hier ontkrachten, want met een stel wintersloffen en ingeschakelde elektronica blijft alles onder controle. Zolang het vlak blijft zouden wij voor de sDrive kiezen, woon je echter in de Vlaamse Ardennen of ga je vaak op wintersport, dan is xDrive aangewezen.

Rest ons nog enkel de 20d tegenover de 18d te zetten. Beiden in principe dezelfde 2.0-liter, maar licht verschillend van vermogen en koppel. In de X1 sDrive18d levert de viercilinder 143 pk en 320 Nm, in de xDrive20d 184 pk en 380 Nm koppel. Een verschil dat groot genoeg is om te voelen, zowel in de sprint van 0-100 km/u als bij de hernemingen. De eerste is bij de xDrive20d voorbij na 8,1 seconden, de sDrive18d ontsnapt met 9,9 seconden maar net aan de mythische 10-seconden grens. Wat de hernemingen betreft spreken we ook snel van 1 à 2 seconden. Dat lijkt misschien weinig, maar zeker gecombineerd met de automaat zijn die extra 60 Nm een dikke kers op de taart. De 18d en de automaat zijn zeer goede vrienden, de 20d en deze Steptronic zijn partners voor het leven. Aan de pomp behaalt de sDrive 18d natuurlijk het voordeel, want die had in onze test met een gemiddeld verbruik van slechts 5,6 liter/100 kilometer een dikke liter minder nodig dan de xDrive 20d. Ook al is 6,7 liter voor die laatste gezien de vierwielaandrijving, de hogere rijhoogte en het leeggewicht van 1.660 kilogram zeker geen slecht cijfer. De sDrive 18d lijkt bestemd voor de ECO Pro-modus, de xDrive20d voelt het natuurlijkste aan in normale stand. Met een rijbereik van zo’n werkelijke 1.100 kilometer of zelfs meer is de minst krachtige van de twee tot slot een echte hypermiler.

Naast de ‘werkingskosten’ spreekt natuurlijk ook de basisprijs in het voordeel van de X1 sDrive18d. Deze kost minstens 30.200 euro, terwijl prijzen voor de X1 xDrive20d niet lager dan 35.250 euro beginnen. De goedkoopste X1, de sDrive18i met 136pk, heb je vanaf 28.000 euro . Onder de sDrive18d zit ook nog de sDrive16d met 116 pk (28.750 euro) in de catalogus, maar als je het ons vraagt, zijn 260 Nm en 115 pk te weinig voor deze robuuste X1. Om het verschil met en zonder xDrive even te duiden: de X1 sDrive20d kost 32.800 euro (-2.450€). Interessante opties zijn het xLine of Sport Pack (€1.700), Xenonlichten (€600), parkeersensoren voor- en achter (€760) en een metaalkleur. Voor het haarscherpe navigatiesysteem professional betaal je 2.430 euro en wie ondanks onze bevindingen toch zweert bij een M Sportpakket op de X1, moet minstens 4.235 euro neerleggen. Voor alle andere kleurtjes, velgjes, leders en electronica-franjes verwijzen we jullie graag naar de 32 pagina’s tellende prijslijst.

Conclusie

De nieuwe BMW X1 is een doorgedreven optimalisatie van zijn voorganger. Het exterieur werd verfijnd, meer personalisatie werd mogelijk gemaakt, het interieur werd licht bijgeschaafd en de laatste generatie transmissies en motoren stuwen hem nieuw leven in. De X1 heeft een sportief weggedrag voor een SAV, toch blijft het stuurgevoel vooral mikken op comfort. De 2.0-liter diesel in de 18d heeft net voldoende, in de 20d is er nog wat overschot. Wel is de 18d een hoop zuiniger, al kan de vierwielaandrijving van de 20d daar ook voor iets tussenzitten. De achttraps automaat is tot slot nog steeds voorbeeldig en past perfect in het X1-plaatje, het M sportpakket zouden we links laten liggen. Niet alleen vormen het stuurgevoel, de diesel, de automaat en de standaardophanging een harmonieuzer plaatje, ook qua design past pakweg de xLine uitvoering beter bij de lifestyle SUV-SAV dan M zijschorten en bumperwerk. Toch alweer meer dan 4.000 euro die je elders in de ellenlange optielijst kan besteden…

Overzicht

+ xLine
+ Steptronic automaat
+ 2.0-liter dieselmotor

+/- Niet boterzacht, positieve keerzijde: dynamisch

– Combinatie M sportpakket en X1
– Prijs & optiepolitiek

Tekst & Foto’s: Tim De Baets