Rijtest: Ford Focus Econetic

Tweeduizendvijfhonderd kilometer met de Ford Focus Econetic. Tijd voor een écht grondige test.

Jawel, goed geraden, deze ‘Fordmobiel’ was ons transport naar het autosalon van Genève. Een heen- en terugreis die gecombineerd een kleine 2.000 km op onze teller zette en ons de Focus in alle omstandigheden liet testen. Die andere vijfhonderd kilometer? Die werd gereden op Ardens tarmac in eigen land. Geen betere locatie voor een car2car fotosessie en diepgaande beproeving van het bochtengedrag dan onze Belgische zuiderstreek, chez les wallons.

Beau ou belle, on ne le sait pas. Of de Focus nu echt een mooie wagen is laten we voorlopig nog in het midden, maar we geven wel graag toe dat hij generatie na generatie mooier wordt. Enige zekerheid is dat de Focus degelijkheid uitstraalt en zeker geen lelijke wagen is om mee rond te toeren. Het vrij mannelijke lijnenspel vormt een mooi geheel met de sportieve neus, al moet je wel voor de typische Ford-derrière zijn. Enige echt lelijke punt waren de velgen -eerder borden- die als enige keuze op onze perswagen zaten.

De kwaliteit die de Focus uitstraalt zet zich gelukkig ook mooi door naar het interieur. Materiaalkeuzes variëren van aanvaardbaar-plastic tot net niet premium, zodat je kan zetelen in een aangename cockpit. Alles werd consistent opgebouwd rond de bestuurder en eens je het stuur in handen neemt, wordt dat meteen duidelijk. Sommigen noemen het overdaad, ikzelf vond de overload van knopjes op het lederen stuur best wel handig. Zo kan je met beide duimen op het stuur cruise control, soundtrack, linker- en zelfs rechterboordcomputer bedienen, maar verwacht verder geen ergonomisch hoogstandje. Het is en blijft een Ford en dat impliceert een vrij ingewikkelde knoppenzee en navenante bediening op de centrale console.

Eindeloos menu’s doorzoeken en verkeerde knoppen duwen, we deden het allemaal. Eens de bestemming ingegeven, toestel aangesloten en cruise control op snelheid is, wordt het rijden bijzonder aangenaam dankzij schitterende isolatie en premium geluidskwaliteit. Niet enkel voor de bestuurder, maar ook voor 3 fully loaded passagiers is 800 km achtereen in een Focus geen afstraffing. Het zitcomfort gaat hand in hand met handige opbergruimtes, waardoor er geen sprake is van pijnlijke achterwerken of stijve spieren; verrassend!

Nog verrassender bleek het verbruik dat we te zien kregen. De ‘Econetic-badge’ hangt er niet voor niets, want met een gemiddeld verbruik van 5,2 liter per 100 km, bewijst de 1.6-liter Duratorq TDCi zich ecologisch verantwoord, zij het niet zonder compromissen. De 105 paarden en het koppel van 270 Nm die het Econetic-blokje produceert, worden goed verstopt door de manuele zesbak met ’s werelds langste verzetten. Hierdoor krijg je een enorm lineaire versnelling die enige vorm van turbogat verbergt en je dwingt zuinig te rijden. Enige manier om alle pk’s te benutten blijkt heftig revven en zeker bergop is terugschakelen onvermijdelijk. Dynamisch is een sprint naar 100 km/u in 11,9 seconden niet te noemen, maar je krijgt er wel een theoretisch verbruik van 3.4 liter/100 km en uitstoot van 88 gram CO2 voor terug.

Voor wat meer rijplezier lepel je beter een of ander Ecoboost met 150 pk in, die misschien wat dorstiger is, maar het sportieve chassis veel beter ondersteunt. Dankzij het Torque Vectoring Control en Control Blade achterwielophanging liggen de limieten meer dan ver genoeg en merk je ook meteen dat er nagedacht werd over het weggedrag. Het directe stuur geeft aangename weerstand en fluistert hier en daar ook wat feedback in. De combinatie van een voorwielaandrijving en het uitgedokterd onderstel zorgt voor een uiterst gebalanceerd geheel, dat enkel op de limiet in lichte onderstuur overgaat. Ook op hoge snelheden blijft het stuur scherp en stabiel, waardoor je aan elke snelheid zelfzeker durft insturen, waarna de Focus zich gewillig vastbijt in het asfalt.

De Ford Focus met 1.6-liter Econetic met een uitstoot an 88 gram CO2 staat al onder je carport vanaf €21.900 in een ‘Trend’-uitvoering; koets plus motor en verder geen opties. Het model dat wij meekregen was de Titanium (€23.550) met een handvol twee handen vol opties aangevinkt. Een kleurtje anders dan wit of blauw (€400), donker getinte ruiten achteraan (€200), Premium Sony navigatiesysteem en radio (€2.710) en deurbeschermers (€70) brengen de totaalprijs van onze Genève-cruiser op 26.275 euro. De optie ‘deurbeschermers’ is zeker het vermelden waard. Bij het openzwaaien van de deur komt er automatisch een plastic beschermer rond de deurrand, die bij het sluiten van de deur opnieuw verdwijnt; simply clever en nooit meer klungelen bij het uitstappen op veel te kleine parkeerplaatsen.

Of deze uitrusting ons soelaas kan bieden? Zeker en vast! Enkel voor de full-option-puristen onder ons, zijn er nog altijd lederen zetels (€2.050), open dak (€780), wegklapbare trekhaak (€700) en allerhande veiligheidssystemen beschikbaar. Enig struikelblok blijkt het onvermogen om andere velgen te bestellen en het weinig gebruiksvriendelijke  navigatiesysteem. In vergelijking met concurrenten als een Hyundai i30, Kia Cee’d of Opel Astra, staat de Focus op sterk z’n mannetje op vlak van prijs-kwaliteit. De degelijkheid en verfijning van de aandrijflijn zorgen voor dat tikkeltje meerwaarde, dat we best konden appreciëren.

Conclusie

Ik geef graag toe dat ik de Focus met spijt in het hart moest achterlaten bij Ford Motors. De lange tijd die we samen doorbrachten schiep een band, die niet zomaar te vergeten is. Het gebalanceerde chassis en betrouwbare wegligging of het verrassend grote comfort waarmee hij ons uur na uur verzorgde, de quality-feel of de soepele motorisatie, stuk voor stuk zijn het pluspunten die de Focus zijn geld waard maken.

Overzicht:

+ Verbruik
+ Weggedrag
+ Kwaliteit & Comfort

– Veel te lange versnellingen
– Navigatiesysteem

Tekst: Arthur vanderplaetsen
Foto’s: Mathias Van Huffel