Dieselwagens zijn voortaan pas vanaf 25.000 kilometer per jaar financieel voordelig, dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de VAB.

Vroeger ging men er altijd van uit dat een dieselwagen vanaf 15.000 kilometer per jaar interessanter was dan een benzinewagen. Die voordeelgrens is nu echter sterk verschoven omdat het prijsverschil tussen diesel en benzine een stuk kleiner is geworden. Het verschil is momenteel amper 8 eurocent per liter, daarnaast zijn de nieuwste benzine- en dieselwagens een stuk zuiniger dan de vorige generaties.

VAB deed het onderzoek naar het benzine- en dieselverbruik op het circuit van zolder, waar een levensechte verkeerssituatie werd gesimuleerd met verschillende snelheidsbeperkingen. De testmodellen van dienst waren de Toyota IQ, Hyundai i20, Volkswagen Golf, Peugeot 3008, Toyota Avensis en Renault Grand Scenic. Uit de test bleek dat de gebruikskosten van een dieselwagen hoger liggen dan die van een benzinewagen voor wie dikwijls korte ritten maakt of vaak in de file staat. Vooral de onderhoudskosten nemen bij de dieselwagens een hele hap in het budget, vooral de EGR-klep en de roetfilter zijn zeer onderhoudsgevoelig.

Ook het verschil tussen het reële verbruik en het opgegeven verbruik werd onderzocht. Bij benzinewagens lag het reële verbruik zo’n 10 procent hoger, bij dieselwagens was dat 20 procent. “De zogenaamde zuinige ecowagens kennen de grootste afwijking van het normverbruik, en lossen daarmee de verwachtingen in de praktijk niet echt in”, vindt de VAB. (Via: Deredactie)

Prijsverschil