Alfa Romeo Mille Miglia
Precies 100 jaar geleden, op 24 juni 1910, werd A.L.F.A. (Anonima Lombarda Fabbrica Automobili) opgericht. Tijd voor een terugblik.

Alfa Romeo werd op 24 juni 2010 officieel opgericht in Milaan. Het merk ging toen door het leven als A.L.F.A. wat stond voor Anonima Lombarda Fabbrica Automobili. De stad Milaan staat ook in het logo centraal: met de slang van de Visconti familie en een rood kruis op een witte achtergrond, niet toevallig het wapenschild van de stad. De eerste wagen die als A.L.F.A. door het leven mocht was de 24 HP, een model dat er vanaf het begin uitsprong door zijn prestaties, mechaniek en rijplezier. Niet toevallig de drie kernwaarden van het merk.

ALFA-24-HP

Toen Wereldoorlog I uitbrak kwam het bedrijf reeds in de problemen en werd het op 2 december 1915 overgenomen door Nicola Romeo. De naam werd dan ook gewijzigd naar het Alfa Romeo dat we nu kennen. De fabriek in Portello, met 2.500 arbeiders, werd tijdelijk ingezet voor het bouwen van oorlogsapparatuur. Waaronder kogels, vliegtuigmotoren en treinen. Na het einde van de oorlog werd de fabriek terug ingezet om auto’s te bouwen. In 1923 kende Alfa Romeo zijn eerste belangrijke overwinning in de Targa Florio met de “RL TF”. Het was de eerste keer dat de sportdivisie van het merk, dat gekarakteriseerd wordt door het klavertje vier (Quadrifoglio), met een prijs kon gaan lopen. In 1925 won het merk met de “P2 Gran Premio” het eerste auto wereldkampioenschap in de geschiedenis.

Alfa Romeo P2 Gran Premio

Ondertussen verving Nicola Romeo hoofdingenieur Giuseppe Merosi door Vittorio Jano, de technische bezieler van alle Alfa’s in de jaren 1930. Zijn debuutmodel was de “P2”, gevolgd door de “6C 1500” in 1928, de “6C 1650” in 1930, de “8C 2300” in 1931 en de “Gran Premio Tipo B-P3” in 1932. Deze modellen droegen allemaal bij tot verschillende overwinningen voor de Quadrifoglio, en hielpen de technische prestige van de Portello fabriek vooruit. Jano was ook verantwoordelijk voor de legendarische “8C” achtcilinder in lijn motor met supercharger.

Alfa Romeo 8C 2300

De jaren dertig waren de gloriejaren voor Alfa Romeo. De betrouwbaarheid van de motoren was onbetwist en het merk kon rekenen op erg veel waardevolle coureurs waaronder Antonio Ascari, Giuseppi Campari en Enzo Ferrari. Alfa Romeo won dan ook erg veel legendarische races, waaronder 11 keer de Mille Miglia, 4 opeenvolgende overwinningen in de 24 uur van Le Mans en een reeks Grand Prix overwinningen. De wereldwijde recessie gevolgd door de Wall Street Crash van 1929 had er wel voor gezorgd dat het merk in 1933 werd overgenomen door IRI. Alfa Romeo werd gereorganiseerd en gerationaliseerd en er werd terug gefocust op de kerntaken. Het merk liet de “8C2300B” aan de Scuderia Ferrari en de resultaten waren dan ook uitstekend, Alfa won meer races dan alle andere autobouwers in 1934 en de raceproductie overschaduwde zelfs de gewonen productie in 1936. De bouw van vliegtuigmotoren was toen verantwoordelijk voor 80% van de jaarlijkse inkomsten. De orders bleven toestromen dus werd een nieuwe fabriek geopend in Pomigliano d’Arco (Napels) tegen het einde van de jaren 30.

Enzo Ferrari Alfa Romeo 8C 2300

Na het uitbreken van de tweede Wereldoorlog werden de ambitieuze plannen van het merk terug opgeborgen. De fabrieken werden dan ook terug ingezet voor oorlogsdoeleinden en de Portello fabriek werd gebombardeerd door de geallieerden. Na het vredesverdrag en de heropbouw van de fabriek konden de 8.000 werknemers terug aan de slag. Er waren echter geen onderdelen voorradig om vliegtuigmotoren of voertuigen te bouwen. De fabriek werd dan ook ingezet om elektrische fornuizen, deuren en ramen te produceren. Zaken die toen nodig waren om het land terug op te bouwen. In 1946 werd er terug gestart met het bouwen van voertuigen, er rolden toen “158’s” en vooroorlogse “6C 2500s” van de band. De heerschappij van de “158” in de Grand Prix was legendarisch met de overwinning van het Formule 1 wereldkampioenschap in 1950. Een jaar later deed Juan Manuel Fangio hetzelfde met de “Alfa Romeo 159” met krachtige 1500 motor die voor 425 pk en een topsnelheid van 300 km/u zorgde. Hierna besloot Alfa om te stoppen met de Grand Prix, het deed wel nog mee in de lagere categorieën met de “1900 Disco Volante”.

Alfa Romeo 159 Alfetta

In 1954 werd de “Giulietta Sprint” geïntroduceerd samen met de “Spider en “Berlina” in 1955. In de jaren zestig werd de Giulia gelanceerd, die in de filosofie van de “Giulietta” werd gebouwd. Door de uitgebreide productie moest zelfs een nieuwe fabriek geopend worden in Arese nabij Milaan. Later volgden nog verschillende unieke versies van de Giulia, waaronder de “Giulia Sprint GT” in 1964, de “1600 Spider Duetto” in 1966 en de “1750” die als Sedan, Coupé en Spider op de markt kwam. In totaal werden meer dan 1 miljoen exemplaren van de Giulia gebouwd. Ook de raceactiviteiten werden verder uitgebouwd, het Autodelta raceteam werd opgericht en won met de “Giulia TZ”, de “Giulia GTA” en de “33”.

Alfa Romeo Giulia Sprint

De jaren zestig waren bloeiende jaren voor het bedrijf, de modellen werden wereldwijd verkocht en zelfs op de Amerikaanse markt aangeboden. Door de grote vraag naar modellen voldeed de fabriek in Portello niet meer en werd de productie gedeeltelijk overgeplaatst naar een nieuwe fabriek in Arese. Daarnaast werd ook een testcircuit geopend in Balocco. Tegen het einde van de jaren 60 opende het merk een nieuwe fabriek in Pomigliano d’Arco (Napels). Ingenieur Rudolf Hruska werd opgedragen om een nieuwe wagen te ontwerpen: de “Alfasud”, een compacte instapper die in 1971 gelanceerd werd en enkele gesofisticeerde mechanische vernieuwingen zoals een vier-in-lijn boxermotor herbergde. De productie van de “Alfetta” startte één jaar later in Arese. Deze sportieve sedan was jarenlang de leider in zijn segment, gevolgd door de “Alfetta GT” (1974) en “New Giulietta” sedan in 1977.

Alfa Romeo AlfaSud

In de jaren tachtig werd de “Alfasud” vervangen door de Alfa 33, en werd de “Alfetta” opgevolgd door de “Alfa 90” en de “Alfa 75”. In 1986 werd Alfa Romeo voor de derde keer overgenomen, ditmaal door de Fiat Groep. Alfa Romeo produceerde toen de succesvolle “164” en in 1992 de “155” die opmerkelijk succesvol was in de races. De “135” verving de “33” in 1994 en de sportieve “GTV” en “Spider” werden één jaar later gelanceerd. In 1997 werd de 156 gelanceerd, een sportieve hatchback die “Auto van het Jaar” werd in 1998. Daarnaast kwam in 1998 de “166” die de “164” moest vervangen en werd de “147” in 2000 gelanceerd om de “145” te vervangen. De 147 werd toen ook “Auto van het Jaar” en wordt nu tien jaar later pas vervangen door de Giulietta. Het gamma werd verder aangevuld met de “Alfa Romeo GT“, die in 2003 werd gelanceerd. In 2005 volgde de “159” die de “156” moest vervangen samen met de “Brera” en “Spider” in 2006. Ook in 2006 introduceerde Alfa Romeo de adembenemende “8C Competizione”, en door het grote succes volgde de “8C Spider” in 2008. In datzelfde jaar werd de “Alfa Romeo MiTo” de instapper voor het merk.

Dit jaar is het tijd voor de nieuwe “Giulietta” om het eeuwfeest extra in de verf te zetten. Volgens de eerste bronnen is de wagen de beste Alfa in jaren, met een uitstekend rijgedrag, knappe afwerking en uiteraard verbluffende looks. Volgens een Duits automagazine zou hij zelfs de BMW 1-Reeks het nakijken geven. Onze eerste kennismaking met de Giulietta volgt deze zomer!