Rijtest: Renault Kangoo Be Bop
De Renault Kangoo is niet direct ’s werelds spannendste wagen, dus besloot Renault de Be Bop-versie te introduceren, die de Kangoo speelser en charmanter maakt.

De Renault Kangoo Be Bop Concept werd in 2007 voorgesteld op het autosalon van Frankfurt. Het concept zag er toen – om het licht uit te drukken – vreemd uit. Dat Renault dit conceptmodel ooit zou maken werd helemaal niet verwacht, maar het Franse merk besloot de stap toch te wagen. Ongeveer een anderhalf jaar later kwam de Renault Kangoo Be Bop uit, wellicht één van de charmantere wagens die momenteel rondrijden.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Je kan de Be Bop in één oogopslag onderscheiden van de Renault Kangoo dankzij zijn kortere wielbasis en zijn duaal kleurenschema. Ons testmodel werd uitgevoerd in 2 contrasterende kleuren, grijs en zwart. De wagen is een flink stuk korter dan de Renault Kangoo, waardoor de ruimte achterin beperkt is. Dit vertaalt zich niet in kleine zetels of weinig beenruimte achteraan, maar eerder in een kleine koffer. De passagiers achteraan beschikken over een eigen zetel en zullen wellicht niet te klagen hebben over een gebrek aan beenruimte.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Het leukste gadget van de Renault Kangoo Be Bop is ongetwijfeld het dak. Dat kan achteraan immers geopend worden. Eerst moet je de achterruit naar beneden schuiven, wat kan aan de hand van de afstandsbediening of een knop centraal in de wagen. Vervolgens moet je 2 kleppen losmaken en dan kan je het dak van de Renault Kangoo Be Bop naar voren duwen. Even vastklikken, dat dak, en de passagiers achteraan bevinden zich in de open lucht. Om ook de passagiers vooraan tevereden te stemmen, voorzag Renault twee glasramen boven de hoofden van de bestuurder en de voorste passagier en tussenin vinden we nog een panoramisch dak. Aan licht geen gebrek in deze Be Bop.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

De Renault Kangoo Be Bop wil vooral anders dan anders zijn. Dit is niet alleen aan het uiterlijk te merken, maar ook binnenin valt het op dat de Renault Kangoo niet zomaar een bestelwagentje is. De kleurstelling van de zetels valt op zijn minst als vrolijk te bestempelen, wat de wagen bijzonder speels maakt. Jammer genoeg zijn de gebruikte materialen niet van een denderende kwaliteit, jammere zaak. De ruimte binnenin is dan weer uitzonderlijk. Je zal in de Be Bop steeds een open gevoel ervaren, onder meer dankzij de grote binnenruimte en de enorme voorruit.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

De meeste systemen van de Renault Kangoo Be Bop werken goed, maar toch zijn er hier en daar foutjes te bespeuren. Het starten bij koud weer verliep niet altijd even vlot en de ontdooiing van de zijruiten ging bijzonder traag. De blazers staan fout opgesteld, waardoor eerst de gehele zijruit ontdooit, met uitzondering van dat deel waar je door kijkt om je spiegels te zien. Het is dus aan te raden de wagen voldoende lang te laten ontdooien. Het ESP-systeem werkte tijdens onze winterse testomstandigheden dan weer optimaal.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Onder de – in ons geval zilvergrijze – motorkap schuilt een 1.5 liter dCi motor met 105 pk vermogen. De motor slaagt er bijzonder goed in de 1.400 kg wegende Renault Kangoo Be Bop vooruit te doen gaan, vooral in de tweede versnelling schiet de wagen bijzonder vlot op. De topsnelheid bedraagt 169 km/u, maar is volkomen irrelevant voor de Kangoo Be Bop, want echt scheuren zal je wellicht nooit doen met deze wagen. Nul naar honderd wordt voltooid in zo’n 12.3 seconden. Het verbruik dat Renault opgeeft, bedraagt 5.2 liter per 100 km. Wanneer we normaal met deze wagen reden, kwamen we uit op 6 liter per 100 km. We hebben uiteraard ook eventjes aan eco-driving gedaan en kwamen toen op een verbruik van 4,2 liter uit, zomaar eventjes één liter per 100 km minder dan het opgegeven testverbruik.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

De Kangoo Be Bop is de ideale tweede gezinswagen, voor een gezin met jonge kinderen. Door de beperkte kofferruimte en de kleine zetels achterin, lijkt het ons noodzakelijk een andere wagen te bezitten voor de langere reizen. Wanneer het echter zomer is en de kinderen lastig worden van binnen te zitten, kan de Renault Kangoo Be Bop soelaas brengen. Wanneer je zonder kinderen, maar mét bagageruimte wenst te reizen, kunnen de achterzetels uit de wagen worden gehaald. Inklappen behoort niet tot de mogelijkheden. De voorzetel is niet in hoogte verstelbaar en het stuur kan niet in de diepte versteld worden. Door gebrek aan achterdeuren, is de instap naar de achterbank niet vanzelfsprekend.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Het rijgedrag van de Kangoo Be Bop is in tegenstelling wat je zou verwachten goed. De korte wielbasis maakt dat de wagen vinnig is, alleen het hoge zwaartepunt gooit wat roet in het eten. Het stuur is verre van gevoelloos, maar soms iets te licht. Het geluid van de motor is jammer genoeg goed te horen in het interieur. Wanneer je bij 3.000 toeren verder accelereert, zet je beter de radio een flink stuk luider, want echt aangenaam is het geluid van de 1.5 liter dieselmotor niet te noemen.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Dat de Renault Kangoo Be Bop enkele foutjes kent, is helemaal niet erg. Het enige echt jammere aan deze wagen is de kostprijs. €17.000 is simpelweg teveel voor een wagen die een geringe afwerking, kleine koffer en kleine zetels heeft. Echte concurrenten heeft de Renault Kangoo Be Bop niet, het enige model dat we ons kunnen indenken is de Peugeot 1007, die ongeveer een kwart goedkoper is dan de Renault Kangoo Be Bop.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Onze conclusie is dan ook dat je de Be Bop duur betaalt. De wagen had voor die prijs een iets betere afwerking mogen krijgen en meer opties. Het open dak en de verticaal openende achterruit zijn geniaal, zeker tijdens zomerse omstandigheden. De Kangoo Be Bop rijdt verrassend comfortabel en stuurt vlot. De motor is zeker en vast krachtig genoeg om de 1.400 kg wegende ‘cabrio’ vooruit te doen gaan.

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Overzicht

+ Speels
+ Open dak
+ Comfortabel rijgedrag

– Duur
– Afwerking

Rijtest: Renault Kangoo Be Bop

Tekst: Jeroen Maes
Foto’s: Pieter-Jan Scheir